75
OPNEMEN VAN EEN FOTO
1. Druk tijdens de opnamemodus op [MENU].
2. Selecteer bij de “Kwaliteit” indextab
“Flitsassistent” en druk vervolgens op [X].
3. Selecteer d.m.v. [S] en [T] “Uit” en druk
vervolgens op [SET] (instellen).
Selecteer “Automatisch” op dit moment wanneer u de
flitserassistent wilt gebruiken.
BELANGRIJK!
• De flitserassistent kan mogelijk niet het gewenste resultaat
geven bij bepaalde types onderwerpen.
• Elk van de volgende omstandigheden kan er toe leiden dat
het effect van de flitserassistent teniet wordt gedaan.
– Veranderen van de flitsintensiteit (pagina 74)
– Corrigeren van de helderheid (EV verschuiving) (pagina
125)
– Veranderen van de ISO gevoeligheid (pagina 129)
– Veranderen van de contrastinstelling (pagina 134)
■ Voorzorgsmaatregelen voor de flitser
• Het gewenste effect kan mogelijk niet worden verkregen
wanneer het onderwerp zich te ver weg of te dichtbij bevindt.
• De tijd die benodigd is voor het opladen van de flitser hangt af
van de omstandigheden (conditie van de accu, omringende
temperatuur, enz.). Bij een volledig opgeladen accu kan dit
enkele seconden tot ongeveer 7 seconden duren.
• Als toch een foto opgenomen wordt terwijl de belichting te
laag en de flitser uitgeschakeld is, wordt dit gedaan bij een
langzame sluitertijd hetgeen vegen in het beeld kan geven
door het bewegen van de hand. Bevestig de camera op een
statief, enz.
• Bij het attribuut voor vermindering van het rode ogeneffect
flitst de flitser automatisch in overeenstemming met de
belichting. De flitser flitst niet op plaatsen die reeds helder
verlicht zijn.
• De aanwezigheid van daglicht van buiten, TL verlichting of
andere lichtbronnen kan abnormale kleuren in beeld
veroorzaken.
Comments to this Manuals