Casio AP-470 User Manual Page 26

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 62
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 25
NL-25
Configureren van instellingen met het
toetsenbord
Naast het selecteren van tonen en melodieën (uit de
orkestbegeleiding of muziekbibliotheek) kunt u ook de
FUNCTION toets gebruiken in combinatie met de
klaviertoetsen om het effect, de aanslaggevoeligheid en
andere instellingen te configureren.
1.
Gebruik de “Parameterlijst” op pagina NL-28 -
NL-33 om de instelling te zoeken die u wilt
configureren en maak een notitie van de
details.
2.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
het configureren van instellingen” op pagina
NL-26 om de plaats op het toetsenbord te
vinden voor het configureren van de
gewenste instelling.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de klaviertoets die correspondeert
met de instelling die u wilt configureren.
De Digitale Piano laat een bedieningspieptoon
klinken nadat de instelling geconfigureerd is.
Voorbeeld: Om het volume van de orkestbegeleiding te
verlagen, drukt u op de CONCERT PLAY
VOLUME min (–) toets.
4.
Laat de FUNCTION toets los om de
instelprocedure te voltooien.
OPMERKING
U kunt de Digitale Piano zo instellen dat er geen
bedieningspieptoon klinkt in stap 3. Zie
 Bedieningspieptoon” onder “Parameterlijst” op
pagina NL-28 - NL-33.
Bedieningstypen voor de
toetsenbordinstellingen
Er zijn vier typen bediening die u kunt gebruiken bij
het configureren van de instellingen met de
klaviertoetsen: Type A, Type B, Type C en Type D.
Voorbeeld: Bij indrukken van de GRAND PIANO 1
BRIGHT klaviertoets wordt de GRAND PIANO
1 BRIGHT toon geselecteerd
Door een toets ingedrukt te houden, wordt de
instelling versneld verhoogd of verlaagd.
Druk beide toetsen tegelijkertijd in om terug te gaan
naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
Om een tweecijferige waarde in te voeren, drukt u
op 0 en dan op 2. Om een driecijferige waarde in te
voeren, drukt u op 0, 2 en dan op 0.
Wanneer u een klaviertoets indrukt, geeft de
Digitale Piano een piepgeluid af om u te laten weten
welke instelling is ingesteld.
Een lange pieptoon geeft aan dat de van toepassing
zijnde instelling uitgeschakeld is.
Voorbeeld: Door terwijl chorus (zweving) uitgeschakeld is
tweemaal op de Chorus klaviertoets te drukken,
laat de Digitale Piano tweemaal een pieptoon
klinken, wat aangeeft dat de Medium Chorus
(medium zweving) instelling geselecteerd is.
OPMERKING
U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij
elke instelling door te kijken naar het
“Bedieningstype” in de “Parameterlijst” op pagina
NL-28 - NL-33.
Instellingen configureren met
het toetsenbord
CONCERT PLAY
VOLUME – toets
Type A : Direct invoeren
Type B: Verhogen of verlagen van een instelling met
de + en – klaviertoetsen
Type C: Invoeren van een waarde met de cijfer-
klaviertoetsen (0 t/m 9).
Type D: Tussen twee instellingen heen en weer
schakelen of de instellingen doorlopen door
indrukken van een klaviertoets
Page view 25
1 2 ... 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 ... 61 62

Comments to this Manuals

No comments