Casio WK-6600 Handbook Page 65

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 131
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 64
Gebruiken van de melodiesequencer
D-64
2.
Druk op de C-2 (RECORD) toets.
De toets begint te knipperen en het EASY REC scherm
hieronder verschijnt op de display.
Een asterisk (*) naast een melodiegebiednummer geeft
aan dat er reeds data opgenomen zijn in dat gebied.
Door een melodiegebied te selecteren dat reeds
opnamedata bevat en door een nieuwe opname te
starten al de bestaande data op het systeemspoor
worden gewist.
3.
Voer de volgende stappen uit om de maatslag
en andere instellingen te configureren.
4.
Speel iets op het keyboard.
De opname start automatisch wanneer u een van de
volgende bewerkingen uitvoert.
Door de opname te starten zal de C-2 (RECORD) toets
van de knipperende naar de brandende toestand
overgaan. Tijdens het opnemen zal de display de
huidige maat (MEASURE) en maatslag (BEAT) tonen.
PITCH BEND regelaar- (S-1) en pedaalbewerkingen
worden ook opgenomen.
Wanneer de opname het punt bereikt waarop er minder
dan 100 noten resterend geheugen is, dan zullen de
huidige maat (MEASURE) en maatslag (BEAT)
waarden beginnen te knipperen.
5.
Druk op de L-16 (START/STOP) toets om de
opname te stoppen.
Nadat de opname stopt, verschijnt het oorspronkelijke
melodie sequencermodusscherm op de display.
Op dit moment kunt u op de L-16 (START/STOP) toets
drukken om weer te geven wat u zojuist heeft
opgenomen. Zie “Weergeven van een opgenomen
melodie” voor details aangaande het weergeven van de
opgenomen inhoud (pagina D-72).
6.
Druk om de melodiesequencer te verlaten op de
C-3 (SONG SEQUENCER) toets of op de R-15
(EXIT) toets.
(1) Houd de R-13 (FUNCTION) toets ingedrukt en druk op
de C-13 (MENU) toets.
Hierdoor wordt een menu getoond zoals het
onderstaande, met 0 naast “Beat” (maatslag).
(2) Configureer de maatslaginstelling d.m.v. de
draairegelaar of de R-14 (–, +) toetsen.
U kunt een maatslaginstelling specificeren van
2/4 - 8/4, 2/8 - 16/8.
(3) Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toets 0 naar
“Metronome” en druk vervolgens op de R-14 (–, +)
toetsen om de metronoom in of uit te schakelen.
Door de metronoom in te schakelen gaat deze tellen
tijdens het opnemen maar niet tijdens de weergave.
Melodiegebiednummer
Pijlen (e) tonen alle onderdelen van Groep A. Dit geeft aan dat bij
het Digitale Keyboard de systeemspoor (pagina D-65)
opnamestandby ingeschakeld is.
(4) Verplaats d.m.v. de R-17 (y) toets 0 naar “Precount”
en druk vervolgens op de R-14 (–, +) toetsen om het
tellen in of uit te schakelen.
Door het tellen in te schakelen wordt tellen van
een-maat ingevoegd voor het starten van de opname
wanneer u op de L-16 (START/STOP) toets drukt in
stap 4.
(5) Druk op de R-15 (EXIT) toets om het menu te verlaten.
Spelen op het keyboard
Druk op de L-12 (INTRO), L-13 (NORMAL/FILL-IN)
of L-14 (VARIATION/FILL-IN) toets.
Druk op de L-16 (START/STOP) toets. Om één of
meerdere rustpauzes in te voeren voor het starten
van de opname, druk op de L-16 (START/STOP)
toets om de opname te starten en start dan het
toetsenbordspel op het gewenste punt.
Page view 64
1 2 ... 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 ... 130 131

Comments to this Manuals

No comments