209
OVERIGE INSTELLINGEN
U kunt de camera configureren om een startscherm te tonen van
een beeld dat u opgenomen heeft, telkens wanneer u de camera
inschakelt.
• Zelfs als u de startscherminstellingen tijdens de
weergavemodus geconfigureerd heeft, verschijnt het
startscherm niet wanneer u de camera inschakelt door op
[ ] (WEERGAVE) te drukken.
1. Druk op [MENU].
2. Selecteer bij de “Instellen” indextab “Start” en
druk vervolgens op [X].
3. Blader d.m.v. [W] en [X] door de beelden
totdat het beeld dat u wilt gebruiken als het
startscherm zich op het beeldscherm bevindt.
4. Selecteer m.b.v. [S] en [T] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
LET O
• Hieronder volgen de types beelden die u kunt selecteren
als het startscherm.
– Speciale startschermbeelden die bij de camera
ingebouwd zijn
– Foto’s
– Foto’s met geluid (het geluid wordt niet weergegeven).
• Er kan slechts één startschermbeeld van kracht zijn op een
bepaald moment. Om van startschermbeeld te veranderen
kunt u het huidige beeld gewoonweg met een ander beeld
overschrijven.
• Door het ingebouwde geheugen (pagina 218) te
formatteren wordt het huidige startschermbeeld gewist.
In- of uitschakelen van het
startscherm
Om dit te doen:
Selecteer deze
instelling:
Het geselecteerde beeld als het
startscherm gebruiken
Aan
Het startscherm uitschakelen Uit
Comments to this Manuals