140
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Gebruiken van icoonhulp
Icoonhulp geeft begeleidende tekst over een icoon wanneer u
deze selecteert op het beeldscherm tijdens de opnamemodus
(pagina 243).
• De tekst voor icoonhulp wordt weergegeven tijdens de
volgende functies: Opnamefunctie, meten, flitserfunctie,
witbalans, zelfontspanner, EV verschuiving. Merk echter op
dat de icoon hulptekst voor meten, de witbalans, de
zelfontspanner en de EV verschuiving enkel verschijnt
wanneer “Meten”, “Witbalans”, “Zelfontspanner” of “EV
verschuiving” toegewezen is aan de [W] en [X] toetsen met
de toetsaanpassingsfunctie (pagina 138).
1. Druk tijdens de opnamemodus op [MENU].
2. Selecteer bij de “OPNAME” indextab
“Icoonhulp” en druk vervolgens op [X].
3. Selecteer m.b.v. [S] en [T] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
BELANGRIJK!
• De hieronder gegeven iconen verschijnen niet in het
display wanneer de icoonhulpfunctie uitgeschakeld is.
– Flitserfunctie icoon (pagina 71)
–Witbalans icoon (pagina 126)
–Meetfunctie icoon (pagina 130)
Om dit te doen:
Selecteer deze
instelling:
De icoon hulptekst weergeven naast de
icoon van een functie wanneer u de
functie selecteert
Aan
Icoonhulp uitschakelen Uit
AWB
Comments to this Manuals