112
Geavanceerde instellingen (REC MENU)
Schakel de OPNAME modus in
*
[MENU]
*
“
r
REC MENU” Indextab
*
Scherpstelling
Zie de controlepaneel procedure op pagina 48 voor details.
Schakel de OPNAME modus in
*
[MENU]
*
“
r
REC MENU” Indextab
*
Zelfontspanner
Zie de controlepaneel procedure op pagina 45 voor details.
Schakel de OPNAME modus in
*
[MENU]
*
“
r
REC MENU” Indextab
*
Meten
Zie de controlepaneel procedure op pagina 56 voor details.
Schakel de OPNAME modus in
*
[MENU]
*
“
r
REC MENU” Indextab
*
Flitsintensiteit
U kunt de flitsintensiteit op vijf niveau’s lopend van +2 (helderste flits) tot en met
–2 (minst heldere flits) instellen.
• De flitsintensiteit kan mogelijk niet veranderen wanneer het onderwerp zich te ver
weg of te dichtbij bevindt.
Schakel de OPNAME modus in
*
[MENU]
*
“
r
REC MENU” Indextab
*
Scherpte
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (scherpst) tot en met –2 (minst scherp)
specificeren voor de contourscherpte.
Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen)
Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner)
Specificeren van de Meetfunctie (Meten)
Specificeren van de Flitsintensiteit (Flitsintensiteit)
Instellen van de beeldscherpte (Scherpte)
Comments to this Manuals