NL-18
Aanpassen van de positie, helling, en hoek
Belangrijk!Belangrijk !Belangrijk!
Voorzorgen bij het aanpassen van het projectiescherm
Projecteer op een scherm met een hard oppervlak of op een ander geschikt, plat en vlak oppervlak.
Projecteren op een rolscherm of ander ongelijk oppervlak wordt niet aanbevolen, omdat het
geprojecteerde beeld hierdoor vervormd zal worden. Gebruik van een scherm met een grote kijkhoek
(mat oppervlak) wordt wel aanbevolen. Een parelscherm is niet geschikt vanwege de hoge reflectieve
waarde van het scherm.
Stel eerst goed scherp. Pas vervolgens de positie en de hoek van het scherm aan. Veranderen van de
scherpstelling verandert de grootte van het geprojecteerde beeld.
De positie en/of de scherpstelling van het geprojecteerde beeld kan iets veranderen terwijl de
opstelling zich stabiliseert in de eerste 30 minuten nadat de projector aan is gezet, of nadat er een
verandering is opgetreden in de omgevingstemperatuur, de vochtigheid of andere omgevingsfactoren.
Als dit gebeurt, moet u opnieuw scherpstellen.
Om eventuele veranderingen die nodig kunnen zijn nadat de projector is opgesteld mogelijk te maken,
moet u de instellingen zo kiezen dat het geprojecteerde beeld iets kleiner is dan het gebruikte scherm.
Tot een bepaalde tijd na de installatie kunnen trillingen van de wandbevestigingsmaterialen en/of van
de spiegel of andere interne componenten van de projector de positie van de projector iets doen
veranderen. Om dit en eventuele fluctuaties als gevolg van een niet geheel vlak projectie-oppervlak op
te vangen, moet u de projector opstellen met marges rond het geprojecteerde beeld, zoals u kunt zien
op de afbeelding hieronder.
Ondersteun de projector goed wanneer u de helling en/of hoek gaat aanpassen.
Wanneer de aanpassing voltooid is, moet u alle schroeven opnieuw vastdraaien.
Installatie door mensen die hierin niet gespecialiseerd zijn, brengt het risico met zich
mee dat de beugel en de projector zullen vallen en kan andere problemen veroorzaken.
Behalve waar expliciet anders staat aangegeven, moeten de instellingen worden
uitgevoerd met de projector in de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. De instellingen
zullen effect ondervinden van eventuele veranderingen in de instellingen voor de
perspectivische correctie (keystone) of andere instellingen.
Zie de gebruiksaanwijzing van de projector voor informatie over de bediening van de
projector.
Schermgrootte (A)
(inch)
Boven- en ondermarge (B) (D)
(mm)
Linker- en rechtermarge (C) (E)
(mm)
60 20 25
80 25 30
100 30 35
Comments to this Manuals