D-48
Synthesizerfunctie
Waarde Betekenis
oFF
Uit
vib
Controleverandering 01h (modulatie)
dp0
Controleverandering 16
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 0.)
dp1
Controleverandering 17
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 1.)
dp2
Controleverandering 18
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 2.)
dp3
Controleverandering 19
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 3.)
dp4
Controleverandering 80
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 4.)
dp5
Controleverandering 81
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 5.)
dp6
Controleverandering 82
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 6.)
dp7
Controleverandering 83
(Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 7.)
Modulat.
■
Modulatietoewijzing (Molulation Assign) (bereik: *)
De modulatietoewijzingsparamater specificeert welke
parameters beïnvloed moeten worden wanneer u de
modulatiefunctie van het keyboard gebruikt. Selecteer “oFF”
(uit) voor parameters die u niet wilt laten beïnvloeden door
de modulatiefunctie.
*
OPMERKING
• De betreffende instelling wordt genegeerd wanneer de
toon als een gelaagde toon of een splitstoon gebruikt
wordt, indien de modulatietoewijzingsinstelling van een
toon een instelling heeft van dp0 – dp7. DSP
parametereffecten worden enkel op de hoofdtoon
uitgeoefend.
■
Modulatiediepte (Modulation Depth) (bereik: 0 – 127)
(alleen bij model WK-3200)
Bij model WK-3200 stuurt deze parameter de
modulatiewaarde wanneer de MODULATION toets wordt
ingedrukt. Hoe de MODULATION toets functioneert hangt
af van de modulatietoewijzingsinstelling zoals hieronder
beschreven.
Als deze instelling
geselecteerd is voor
modulatietoewijzing:
vib
dp0 - dp7
Modulatie wordt uitgeoefend
op deze wijze:
Modulatie wordt uitgeoefend op
de diepte die gespecificeerd is door
de waarde toegewezen aan de
modulatiediepteparameter zolang
de MODULATION toets ingedrukt
gehouden wordt. Door de
MODULATION toets los te laten
keert de modulatiewaarde terug
naar de oorspronkelijke default
waarde voor de gebruikte toon.
Telkens bij indrukken van de
MODULATION toets wordt de
modulatie heen en weer
geschakeld tussen de waarde die
toegewezen is aan de
modulatiediepteparameter en de
modulatiewaarde terug naar de
oorspronkelijke default waarde
voor de gebruikte toon.
MODULATION toetsindicator
De MODULATION toetsindicator gaat branden wanneer de
huidige modulatiediepte op de grootst mogelijke stand staat.
Dit kan gebeuren op het moment dat de MODULATION toets
ingedrukt wordt of juist wanneer de toets losgelaten wordt
afhankelijk van de huidige instelling van de
modulatiediepteparameter en de oorspronkelijke default
modulatiedieptewaarde van de toon die u op het moment
gebruikt.
ModDe t h
p
738A-D-050A
WK3200_d_40-50.p65 05.4.14, 4:39 PM48
Comments to this Manuals