D-60
Melodiegeheugenfunctie
Knippert
3
Voer de volgende instellingen uit.
• Toonnummer
• Tempo
4
Druk op de START/STOP toets om met opnemen te
beginnen.
• Op dit moment wordt de inhoud van reeds
opgenomen sporen afgespeeld.
• Optionele bediening van de pedalen, toonhoogte en
modulatie worden ook opgenomen.
5
Speel op het toetsenbord wat u op het ingestelde
spoor wilt opnemen.
6
Druk op de START/STOP toets om het opnemen te
stoppen wanneer u klaar bent.
Spoorinhoud na real-time opname
Naast noten van het toetsenbord kunnen de volgende data
ook opgenomen worden op het ingestelde spoor tijdens real-
time opname. Deze data worden later toegepast bij weergave
van het spoor.
• Toonnummer
• Pedaalbediening
De volgende data worden in de kopregel opgenomen
wanneer u de opname van een spoor start.
• Mixerinstellingen van andere sporen
• Effecttype
• Begeleidingsvolume
• Nagalmniveau
• Zwevingniveau
• DSP aanhouden aan/uit
• Mixer aanhouden aan/uit
• Bediening van de toonhoogtedraairegelaar
• Bediening van de modulatietoets
(model WK-3800/WK-8000)
• Bediening van de modulatietoets (model WK-3300)
• Toonhoogtebuigbereik
Ste
p
Rec
Om de sporen 2 en 6 op te nemen
m.b.v. stapopname
Deze procedure beschrijft hoe noten stuk voor stuk kunnen
worden ingevoerd waarbij de toonhoogte en lengte van elke
noot ingesteld kan worden.
1
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
real-time opnamestandbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de cijfertoetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
• Het melodienummer dat u instelt zou de melodie
moeten zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.
2
Kies het spoor (2 – 6) waarop moet worden
opgenomen met de SONG MEMORY TRACK
toetsen.
Voorbeeld: Selecteer Spoor 2.
3
Stel een toonnummer in.
• Door indrukken van een TONE toets of de DRAWBAR
ORGAN toets worden het toonnummer en de
toonnaam op de display verkregen. U kunt dan de
cijfertoetsen, of de [+] (verhogen) en [–] (verlagen)
toetsen om de toon te veranderen.
• Druk na veranderen van het toonnummer op een
klaviertoets om het naamscherm en het toonnummer
te wissen en terug te gaan naar het nootinvoerscherm.
4
Voer m.b.v. de klaviertoetsen noten in of rustpauzes
met cijfertoets [0].
• Op dit moment, toont de display de druk op de
klaviertoetsen (snelheid). Gebruik de [+] (verhogen)
en [–] (verlagen) toetsen om de snelheid te
veranderen.
• U kunt ook een akkoord invoeren.
5
Gebruik de cijfertoetsen om de lengte van de noten
of rustpauzes in te voeren (pagina D-59).
6
Herhaal de stappen 4 en 5 om meer noten in te
voeren.
7
Druk op de START/STOP toets om de opname te
beëindigen wanneer u klaar bent.
Comments to this Manuals