111
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Om dit te doen:
Toon beelden op het beeldscherm
voor ongeveer een seconde
onmiddellijk nadat ze opgenomen zijn
Toon geen beelden onmiddellijk nadat
ze opgenomen zijn
Selecteer deze
instelling:
On (aan)
Off (uit)
In- en uitschakelen van beeldcontrole
Beeldcontrole laat de door u opgenomen beelden zien op
het beeldscherm zodra u ze opneemt. Gebruik de volgende
procedure om beeldcontrole in en uit te schakelen.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op de
[MENU] toets.
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“Review” (controleren) en druk vervolgens op
[왘].
3.
Gebruik [왖] en [왔] om de gewenste instelling
te selecteren en druk vervolgens op [SET].
Gebruik van icoonhulp
Icoonhulp toont begeleidende tekst over een icoon
wanneer u deze selecteert op het beeldscherm tijdens de
opnamefunctie (REC) (pagina 27).
• De icoonhulptekst wordt aangegeven voor de volgende
functies: Flitserfunctie, scherpstelfunctie, witbalans,
zelfontspanner, opnametype, EV verschuiving.
Merk echter op dat de icoonhulptekst voor EV
verschuiving, witbalans en zelfontspanner enkel
verschijnt wanneer de “EV Shift” (EV verschuiving), de
“Self-timer” (zelfontspanner) en “White Balance”
(witbalans) toegewezen is aan de [왗] en [왘] toetsen met
de toetsaanpassingsfunctie (pagina 109).
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“Icon Help” (icoonhulp) en druk vervolgens
op [왘].
Comments to this Manuals