155
Appendix
. Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen
Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisieonderdelen. Bij elk van de
volgende omstandigheden bestaat het gevaar op het beschadigen van de data in het
camerageheugen.
– Verwijderen van de accu of de geheugenkaart terwijl de camera een bewerking
aan het uitvoeren is
– Verwijderen van de accu of de geheugenkaart terwijl de achterindicator groen aan
het knipperen is na uitschakelen van de camera
– Verbreking van de aansluiting van de USB kabel terwijl communicatie plaats aan
het vinden was
– Het gebruik van een accu die een lage accuspanning heeft
– Andere abnormale omstandigheden
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe leiden dat een foutmelding
op het beeldscherm (pagina 171) verschijnt. Voer de handeling uit die aangegeven
wordt door de boodschap die verschijnt.
. Bedieningsomgeving
• Bedrijfstemperatuur: 0 tot en met 40°C
• Bedrijfsvochtigheid: 10 - 85% (zonder condensatie)
• Plaats de camera niet op de volgende plaatsen.
– Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht of aan grote hoeveelheden
vocht, stof of zand.
– In de omgeving van een airconditioning of op andere plaatsen die blootstaan
aan extreme temperaturen of vochtigheid
– Binnenin een gesloten voertuig op een warme dag of op plaatsen die blootstaan
aan sterke trillingen
. Condens
Plotselinge en extreme veranderingen in temperatuur, zoals wanneer u de camera in
een warme kamer brengt op een koude winterdag, kunnen er toe leiden dat er zich
waterdruppeltjes - ook wel “condens” genoemd - vormen op de inwendige
componenten of op de buitenkant van de camera, hetgeen het risico op problemen
kan creëren. Om te voorkomen dat condens optreedt kunt u de camera in een
afgesloten plastic zak doen voordat u van plaats verandert. Laat de zak dan
afgesloten staan zodat de lucht in de zak langzamerhand dezelfde temperatuur kan
bereiken als de lucht op de nieuwe plaats. Verwijder de camera daarna uit de tas en
houd het accudeksel voor enkele uren open.
. Lens
• Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het oppervlak van de lens. Mocht
dit toch gedaan worden, dan kan dit krassen op het lensoppervlak maken en
defecten veroorzaken.
• U kunt mogelijk af en toe vervorming waarnemen bij bepaalde soorten beelden
waarbij er een kleine buiging optreedt bij lijnen die recht zouden moeten zijn. Dit
komt door de karakteristieken van de lens/het objectief en duidt niet op een defect
van de camera.
Comments to this Manuals