Wereldwijde Leerwebsite van CASIOhttp://edu.casio.comLEERFORUM CASIOhttp://edu.casio.com/forum/GRAPH 95GRAPH 75GRAPH 85 SD (Bijgewerkt naar OS 2.0)GRA
1-333. Druk op U om het beginscherm te openen van de modus waarvan het pictogram werd geselecteerd. Hier wordt de modus STAT geopend.• U kunt ook i
3-1111S Om de subnaam te speecificeren van een lijst gemaakt in List Editor1. Voer in de RUN • MAT (of RUN) modus, de volgende toetsbewerking uit.
3-1212• De opgeroepen lijstgetallen worden ook opgeslagen in het geheugen voor de laatste lijst (ListAns). Via dit geheugen kunt u ze dan in een bere
3-13136. Open de modus STAT en controleer of de kolom Y1 in de modus TABLE gekopieerd is naar List 1.I Wetenschappelijke berekeningen met lijstenLijst
4-11Hoofdstuk 4 Oplossen van vergelijkingenKies in het hoofdmenu de modus EQUA. • {SIML} ... {stelsels eerstegraadsvergelijkingen met 2 tot 6 onbek
4-22 K EQUA (SIML) (3) CU@UAU@U @UEUBU@U DUCU@UFU (SOLV) • Interne berekeningen worden met een 15-cijferige mantisse uitgevoerd, maar
4-33• U kunt op elk ogenblik de zojuist ingevoerde waarde voor de coëfficiënt annuleren door te drukken op ) voordat u drukt op U om de coëfficiënt op
4-44 • Druk na de berekening op (REPT), wijzig de waarden van de coëfficiënt en bereken de waarde opnieuw.3. Berekeningen oplossen (Solve) Met de
5-11Hoofdstuk 5 GrafiekenSelecteer in het hoofdmenu het pictogram voor het grafiek- of tabeltype dat u respectievelijk wilt tekenen of maken.• GRAPH
5-22 (TYPE) (Y=) ... cartesische coördinaten (Y=f(x) type) (r=) ... poolcoördinaten (Parm) ... voorschrift waarin x en y van een parameter afhan
5-332. Controleren wat op een grafisch scherm wordt weergegevenI Instellen van het weergavevenster (V-Window)Gebruik het scherm met het weergavemenu o
1-44PictogramNaam van de modusBeschrijving EQUA (Vergelijking)Kies deze modus om stelsels vergelijkingen van de eerste graad (2 tot 6 onbekenden) op
5-44• Als u de parameters van het weergavevenster verandert, verdwijnt de grafiek en verschijnen de nieuwe assen.• Als u de waarde Xmin of Xmax verand
5-55Voorbeeld Teken de grafiek y = x2 + 3x – 2 in het interval −2 x 4.Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster (V-Window).Xmin =
5-66Zoomfactor voor het vergroten van een kader3. Gebruik de cursortoetsen om de cursor () in het midden van het scherm te plaatsen op de gewenste pos
5-772. Druk op de functietoets voor het grafiektype dat u wilt opgeven.I Functievoorschriften opslaanS Een voorschrift in cartesische coördinaten opsl
5-88S Waarden toewijzen aan de coëfficiënten en variabelen van een functievoorschriftVoorbeeld Wijs de waarden –1, 0, en 1 toe aan variabele A in Y
5-99S Het voorschrifttype wijzigen *1 1. Druk terwijl de lijst met functievoorschriften op het scherm staat op D of op A om de zone aan te klikken waa
5-1010• Grid (Grafiekraster): On (Axes: On Label: Off) Deze instelling laat een raster op het scherm verschijnen.• Axes (Assen): Off (Label: Off Gr
5-1111• Als u een menu met voorschriften van grafieken oproept, worden de huidige gegevens in de lijst met functievoorschriften gewist.4. Een grafiek
5-1212S HoofdschermDe grafiek op het hoofdscherm wordt van een voorschrift getekend.S DeelschermDe grafiek op het deelscherm wordt gemaakt door de gra
5-1313 (RIGHT) CUCU@UA BUBU@U) (TYPE)(Y=)TT@ T@U (DRAW) *(COPY) • Druk terwijl een grafiek op het scherm staat op om terug t
1-55S Interpretatie van de wetenschappelijke schrijfwijze1.2E+12 wil zeggen dat het resultaat gelijk is aan 1,2 s 1012. Om de gewone decimale schrijfw
5-1414 Grafiek met voorschrift in cartesische coördinaten Grafiek met poolcoördinaten • sin x • cos x • tan x • Asn x • Acs x • Atn x •
5-1515• U kunt geen variabele toewijzen aan de variabele in het voorschrift. • Als de optie Simul Graph is ingeschakeld, worden alle grafieken voor de
5-1616 (V-WIN) DUDUAUA\@?U@?UDU) (TYPE)(Y=)ATVBTCU (DRAW) H(PASTE)• Plakken wordt alleen ondersteund wanneer de optie “Dual Screen” in h
5-1717S Een tabel maken door interval en toename van het argument te definiërenVoorbeeld Ken aan het argument x het interval –3 tot 3 en de toename 1
5-1818S Een tabel maken waarin ook de afgeleide getallen zijn opgenomen Op het configuratiescherm klikt u de rubriek “Derivative” aan en zet u deze aa
5-1919I Kopiëren van een kolom van een tabel naar een lijstHet is mogelijk om een kolom van een tabel te kopiëren naar een lijst.Gebruik B en C om de
5-2020 (TYPE)(Y=) BTVAUTVU (SET)BUBU@U) (TABL) (G • CON)• Na het tekenen van een grafiek kunt u de functies Trace, Zoom of Sketch gebruiken
5-21218. Dynamisch tekenen Belangrijk!• De GRAPH 25+ Pro heeft geen DYNA modus. I Gebruik van dynamische grafiekenMet dynamische grafieken kunt u een
5-2222 Herhaalt van Herhaalt vanHerhaalt van naar .I Over elkaar tekenenKies voor “Locus” om de dynamische grafiek over elkaar op hetzelfde weer
5-2323I Grafiek berekenen met de functie DOT SwitchingMet deze functie kunt u alle punten op de X-as van de dynamische grafiek of elk ander punt teken
1-66Voorbeeld 2 + 3 – 4 + 10 = ABC@?UI Veranderen van berekeningenGebruik B en C om de cursor op de plaats te zetten waar u iets wilt veranderen,
5-24242. Geef het voorschrifttype op.(TYPE)(an) ... {algemene term van de rij an} (an+1) ... {Lineaire recursie tussen twee termen} (an+2) ..
5-2525Voorbeeld Maak een tabel van de lineaire recursie tussen twee termen uitgedrukt door an+1 = 2an + 1, met een beginterm van a1 = 1, wanneer n ve
5-2626 (V-WIN) ?UAU@UA?UCU@U) (TYPE)(an+1)?H(an)U (n.an ··)(bn)?@(n)?AU (SET)(a1)@U@?U@U@U) (TABL) (PHAS)• Als u drie uitdrukki
5-2727(3 a • b) ...Grafiek tekenen met de sommen van de getallenreeksen an (an+1, an+2) en bn (bn+1, bn+2)(3 b • c) ...Grafiek tekenen met d
5-2828• Met de functie WEB Graph kunt u een lijntype opgeven voor een grafiek y = f(x). De ingestelde karakteristiek geldt alleen wanneer “Connect” is
5-292911. De weergave van een grafiek wijzigenI Lijnstukken bijtekenenMet de schetsfunctie kunt u punten en lijnen binnen een grafiek tekenen. U kunt
5-3030Voorbeeld Teken de raaklijn aan (2, 0) in de grafiek voor y = x (x + 2)(x – 2). K GRAPH (V-WIN)(INIT)) K(SET UP) AAAAAAAA*()) * GRAPH
5-3131I De afgeleide weergevenNaast het gebruik van de functie Trace om de coördinaten af te lezen, kunt u ook de afgeleide op de huidige cursorpositi
5-3232I Berekenen van nulpuntenDeze functie biedt diverse methoden om grafieken te onderzoeken.1. Kies in het hoofdmenu de modus GRAPH.2. Teken de gra
5-3333 Als een onderzoek meerdere waarden oplevert, drukt u op C om de volgende waarde te berekenen. Druk op B om naar de vorige waarde terug te kere
1-77I Gebruik van de herhalingsfunctieDe herhalingsfunctie slaat de invoer van de laatste berekening op in het herhalingsgeheugen. De inhoud van het h
5-3434I Een bepaalde integraal met gegeven grenzen berekenenVoer de volgende stappen uit om de bepaalde integraal met gegeven grenzen te berekenen.1.
5-3535S Bespreken van de parabool • {FOCS}/{VTX}/{LEN}/{e} ... {brandpunt}/{top}/{lengte van rectum}/{excentriciteit} • {DIR}/{SYM} ... {richtlijn}/
5-3636• Als u tijdens de berekening van de toppen van een ellips op C drukt, wordt de volgende waarde berekend. Druk op B om de vorige waarden te door
6-11Hoofdstuk 6 Statistische berekeningen en grafiekenBelangrijk!Dit hoofdstuk bevat een aantal illustraties van grafische schermen. In elk van de i
6-221. Andere karakteristieken van de grafiek [GRPH]-[SET]In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de algemene karakteristieken van elke grafiek (GPH1
6-33• Frequency (de lijst met frequentiewaarden aanduiden)• {1} ... {alle (koppels) waarnemingsgetallen hebben frequentie 1}• {List} ... {Lijst 1 tot
6-44• De instellingen voor het weergavevenster (V-Window) worden automatisch ingesteld voor het tekenen van statistische grafieken. Als u deze instell
6-55Als “%” is geselcteerd voor de “Display” instelling in het algmene diagraminstellingen scherm (pagina 6-3), wordt voor elk van de alfabetische lab
6-66I StaafdiagramU kunt tot drie lijsten specificeren voor het tekenen van een staafdiagram. Het diagram wordt gelabeld met [1], [2], [3], enzovoorts
6-77I Weergave van kengetallen van statistische waarnemingen met één variabeleStatistische waarnemingen met één variabele kunnen weergegeven door midd
1-88U Druk op ).De cursor gaat automatisch op de plaats van de fout staan. Verander de invoer waar nodig.B@ Laat opnieuw berekenen. UI Gegev
6-88Als het aantal elementen n een even getal is:Met het middelpunt van de totale populatie als referentie, worden de elementen van de populatie in tw
6-99Het volgende laat een voorbeeld zien van het bovenstaande.(Aantal Elementen: 10)Gegevenswaarde FrequentieCumulatieve FrequentieCumulatieve Frequen
6-1010Voorbeeld Voer de volgende twee sets waarnemingsgetallen in. Teken hiervan vervolgens een spreidingsdiagram en verbind de punten tot een xy-lij
6-1111• Op een regressiegrafiek kunt u de functie Trace uitvoeren, maar niet de functie trace scroll.• Voer een positief geheel getal in voor frequent
6-1212Hier volgt de formule voor dit regressiemodel: y = ax + b a ...regressiecoëfficiënt (richtingscoëfficiënt) b ...r
6-1313Vierdegraadsregressie Formule ...y = ax4 + bx3 + cx2 + dx + e a ...regressiecoëfficiënt van de vierde graad b ...regressiec
6-1414 (CALC)(E)(Pwr) (DRAW)Hier volgt de formule voor dit regressiemodel: y = a·xb a ...regressiecoëfficiënt b ...
6-1515Deze afstand is positief voor de punten die boven de regressiegrafiek liggen, en negatief voor de punten die eronder liggen.Verticale afwijkinge
6-16163. Druk op U om de formule op te slaan en terug te keren naar het scherm met de resultaten van de regressieberekening.*1 U kunt in de modus GRAP
6-1717Nu kunt u de cursortoetsen D of A gebruiken om alle resultaten voor de kengetallen te overlopen.Voor verdere details in verband met de gebruikte
1-99S Tekst knippen1. Plaats de cursor (I) bij het begin of het einde van het bereik met de te knippen tekst, en druk op G(CLIP). Hierdoor verandert
6-1818De betekenis van de parameters die op het scherm verschijnen is dezelfde als die beschreven in “Lineaire regressie ten opzichte van het gemiddel
6-19191. Druk na het tekenen van een regressiegrafiek op (G-SLV)(Y-CAL) om de modus voor het kiezen van de grafiek op te roepen, en druk daarna op
6-2020Voorbeeld Voer een lineaire regressie uit met de gegeven waarnemingsgetallen en bepaal de geschatte waarden van ŷ en ̂x wanneer xi = 20 en yi =
6-2121Voorbeeld Onderstaande tabel geeft het resultaat van het meten van de lengte van 20 studenten. Welk percentage studenten heeft een grootte tuss
6-2222I Grafische voorstelling van een normale verdelingIn de modus RUN • MAT (of RUN) kunt u een kansverdeling voor statistieken met één variabele gr
6-2323Syntax StdDev(List n [,List m]) Variance(List n [,List m]) List n...gegevens List m ...FrequentiegegevensVoorbeeld Om de x-waardes
6-24241. Kies in het hoofdmenu de modus RUN • MAT.2. Voer de volgende toetsbewerkingen uit. *(STAT)(E)(TEST)(Z) (1-S)??@@A
6-2525Met de C2 test, wordt een aantal onafhankelijke groepen gemaakt en wordt een hypothese getest, gerelateerd aan de waarschijnlijkheid dat steekpr
6-2626 • (Z) ... Weergave van z-score.Als u druk op (Z), verschijnt de z-score onder op het scherm. De cursor wordt weergegeven op de overeenkoms
6-2727S Z-test op 2 steekproevenDeze test wordt gebruikt als de standaardafwijkingen van de steekproeven van twee populaties gekend zijn, om de hypot
1-10104. Druk op de eerste letter van het commando dat u wilt invoeren. Dit geeft het eerste commando weer dat begint met die letter.5. Gebruik de cur
6-2828Voorbeeld berekeningsresultaat Propx0.5 ... tendens van de test• Met [Save Res] wordt de voorwaarde Prop in regel 2 niet opgeslagen.S Z-t
6-2929Twee punten worden weergegeven voor een test met twee grenzen. Gebruik B en C om de cursor te verplaatsen • (P) ... Weergave van p-waarde.Dr
6-3030 (TEST) (t) (2-S)Kiest u bij Data voor “Var”, dan verdwijnen uit de bovenstaande lijst de parameters List en Freq en in de
6-3131Druk op (COPY) terwijl een resultaat op het scherm staat om het functievoorschrift van de regressie te kopiëren naar de lijst met functievoorsc
6-3232Duidt vervolgens de lijst aan die de gegevens bevat. De betekenis van de parameters op het scherm hierboven is:Observed ... naam van de lijst
6-3333• Druk tijdens het instellen van de parameters op (MAT) om de Matrix Editor op te roepen. Hiermee kunt u de inhoud van matrices wijzigen en we
6-3434Druk op (P) om de p-waarde weer te geven onder op het scherm zonder de cursor weer te geven.• Als u een analysefunctie uitvoert, worden de F- e
6-3535Voorbeeld berekeningsresultaatOne-Way ANOVA Line 1 (A) ... Factor A df-waarde, SS-waarde, MS-waarde, F-waarde, p-waarde Line 2 (ERR
6-3636I Tweedimensionale variantieanalyse (Two-Way ANOVA)S BeschrijvingDe tabel toont de meetresultaten voor een metaalproduct dat na een warmtebehand
6-3737S Resultaten6. BetrouwbaarheidsintervalBelangrijk!• Betrouwbaarheidsintervalberekeningen kunnen niet op de GRAPH 25+ Pro worden uitgevoerd.Een
1-1111Functie/symbool Intoetsen BytesOnechte breuk9Gemengde breuk*1()14Macht,4SquareV4Negatieve macht (reciproke of omgekeerde)(x –1)5V()6Der
6-38381-Sample t Interval berekent het betrouwbaarheidsinterval als het gemiddelde van de steekproef gekend is.2-Sample t Interval berekent het betro
6-3939S Z-interval voor 2 steekproevenZ-interval voor 2 steekproeven berekent het betrouwbaarheidsinterval als de standaardafwijkingen van twee steekp
6-4040I t-intervalS t-interval voor 1 steekproefHet t-interval voor 1 steekproef berekent het betrouwbaarheidsinterval als het gemiddelde van de steek
6-4141Er bestaat een heel gamma van kansverdelingsfuncties, maar de meest gekende is de “normale kansverdeling”, die essentieel is bij statistisch rek
6-4242I Gewone kansverdelingsfuncties• Het weergavevenster voor het tekenen van grafieken wordt automatisch ingesteld wanneer het configuratiescherm “
6-4343• Normaal Cumulatieve Verdeling (DIST)(NORM)(NCd)Normaal Cumulatieve Verdeling berekent de normaal cumulatieve kans van een normaalverdeling
6-4444I Student-t-kansverdeling• Student-t Kansdichtheid (DIST)(t)(tPd)Student-t Kansdichtheid berekent de kansdichtheid (p) voor een specifieke e
6-4545Voorbeelden berekeningsresultaatAls een lijst is gespecificeerd Als variabele (x) is gespecificeerd• Voor de inverse van de Student-t Cumulatie
6-4646• Tekenen wordt alleen ondersteund als een variabele is gespecificeerd en een enkele x-waarde als gegeven wordt ingevoerd.• Inverse χ2 Cumulatie
6-4747Voorbeelden berekeningsresultaatAls een lijst is gespecificeerd Tekenen als variabele (x) is gespecificeerd• Tekenen wordt alleen ondersteund a
1-1212• {d/dx} ... {invoer van eerste afgeleide in natuurlijke schrijfwijze dxdf(x)x = a}• {d2/dx2} ... {invoer van tweede afgeleide in natuurlijke sc
6-4848• Binomiale Cumulatieve Verdeling (DIST)(BINM)(BCd)Binomiale Cumulatieve Verdeling berekent de cumulatieve in een binomiale verdeling de kan
6-4949De uitkomsten van Inverse Binomiale Cumulatieve Verdeling berekeningen zijn gehele getallen. De nauwkeurigheid kan verminderd zijn, wanneer het
6-5050Voorbeelden berekeningsresultaatAls een lijst is gespecificeerd Als variabele (x) is gespecificeerd• Voor Inverse Poisson Cumulatieve Verdelin
6-5151• Geometrische Cumulatieve Verdeling (DIST)(E)(GEO)(GCd)Geometrische Cumulatieve Verdeling berekent in een geometrische verdeling de cumula
6-5252I Hypergeometrische kansverdeling• Hypergeometrische Kansverdeling (DIST)(E)(H.GEO)(HPd)Hypergeometrische Kansverdeling berekent de kans bi
6-5353Voorbeelden berekeningsresultaatAls een lijst is gespecificeerd Als variabele (x) is gespecificeerd• Voor Inverse Hypergeometrische Cumulatiev
6-5454p1 (2-Prop Z Test) ...testvoorwaarde voor de verhouding van de steekproef (“x p2” staat voor een test met twee grenzen, “< p2” vo
6-5555sx ...Standaard deviatie van een steekproef (sx > 0)sx1 ...Standaard
6-5656se ...standaardfoutr ...correlatiecoëfficiëntr2 ...
6-5757ANOVA-testF = MS/MSeSS = ni (oi − o)2MS = SS/Fdf MSe = SSe/Edfi=1kFdf = k − 1 Edf = (ni – 1)SSe = (ni – 1)sxi2i=1ki=1kI Betrouwbaarheidsinter
i• De inhoud van deze gebruiksaanwijzing kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. • Niets uit deze gebruiksaanwijzing mag worden verveelvoudigd, in e
1-1313Voorbeeld 3 Voer de volgende bewerking in 1+ x + 1dx01 @(MATH)(E)(°dx) T@ C? D@ C UVoorbeeld 4 Voer de volgende bewerkin
6-5858I Kansverdeling (Continu)Kansverdelings-functiesBetrouwbaarheiddichtheidCumulatieve VerdelingNormale verdelingskromme2p(x) = 1e–2 2(x – )2
6-5959I Verdeling (Afzonderlijk)Kansverdelings-functiesKansdichtheidBinomiale kansverdelingp(x) = nCxpx(1–p)n – x(x = 0, 1, ·······, n)n: aantal pogin
7-11Hoofdstuk 7 Financiële berekeningen (TVM)Belangrijk!• De GRAPH 25+ Pro heeft geen TVM modus.1. Voor u met financiële berekeningen begintKies in
7-22• Als er een grafische voorstelling (van een financiële berekening) op het scherm is weergegeven, dan kunt u door te drukken op (TRCE) andere fi
7-33Gebruik na het instellen van de parameters een van de volgende functietoetsmenu’s om de overeenkomstige berekening uit te voeren.• {SI} … {enkelv
7-44S I %i (reële rentevoet) i (reële rentevoet) wordt berekend met de methode van Newthon. PV + A s PMT + B s FV = 0Tot I % van i (reële rentevoet)
7-55NauwkeurigheidDit toestel gebruikt de methode van Newton om de berekeningen van de samengestelde interest uit te voeren. Het werkt dus met benader
7-66De grafische voorstelling van de volgende cash flow maakt het mogelijk de beweging van de fondsen te volgen.In dit diagram wordt het startbedrag v
7-77Druk als het scherm Financial 1 opgeroepen is op (CASH) om het scherm voor de berekening van de cash flow te openen.(CASH)I% ... jaarlijks
7-88S Formulea: interestdeel van een afbetaling PM1 (INT)b: kapitaaldeel van een afbetaling PM1 (PRN)c: kapitaalsaldo na de afbetaling PM2 (BAL)d: tot
1-1414S Als de berekening niet past in het weergavevenster Een pijl naar rechts, naar links, omlaag of omhoog betekent dat de berekening doorgaat in
7-99S Omzetten van de nominale rentevoet naar de reële rentevoetDe nominale rentevoet (de door de gebruiker ingevoerde waarde I%) wordt voor die lenin
7-1010• Wanneer de parameters niet juist zijn ingesteld, verschijnt een foutmelding (Ma ERROR).Gebruik de volgende functietoetsmenu’s om heen en weer
7-1111• Wanneer de parameters niet juist zijn ingesteld, verschijnt een foutmelding (Ma ERROR).Gebruik de volgende functietoetsmenu’s om heen en weer
7-12128. Dag- en datumberekeningenU kunt het aantal dagen berekenen tussen twee gegevens datums, of bepalen wat de datum zal zijn als u bij een bepaal
7-13139. DevaluatieMet Devaluatie kunt u het bedrag berekenen waarmee bedrijfskosten kunnen worden verrekend met de inkomsten (gedevalueerd) in een be
7-1414S Degressieve afschrijving methode (DB)DBj : devaluatie-aanslag voor het je jaarRDVj : resterend bedrag voor devaluatie aan het einde van het
7-1515Wanneer de parameters niet juist zijn ingesteld, verschijnt een foutmelding (Ma ERROR).Gebruik de volgende functietoetsmenu’s om heen en weer te
7-1616• Voor meer dan één rentetermijnen tot de tergubetalingS Jaarlijkse opbrengst (YLD)YLD wordt berekend met de methode van Newton.Druk als het sch
7-1717MEMO Schern• Hieronder wordt de betekenis van de weergave-items van het MEMO-scherm weergegeven.PRD ... aantal dagen van d1 tot d2N ... aa
8-11Hoofdstuk 8 Programmeren1. Basishandelingen voor het programmerenDe commando’s en berekeningen worden uitgevoerd in de volgorde die wordt gebruik
1-1515Functie IntoetsenOorspronkelijke uitdrukkingUitdrukking na invoegingV()Derdemachtswortel(3)Machtswortel,(x)ex((ex)10xJ(10x)log(a,b)(M
8-22 UU @?U S wanneer A = 10 U V wanneer A = 10 UU @DU S wanneer A = 15 U*1 V wanneer A = 15 *1 Door op U te drukken als het laatste resul
8-33 • {?}/{<} ... {invoercommando}/{uitvoercommando} • {CLR}/{DISP} ... menu met commando’s {wissen}/{weergeven} • {REL} ... {menu met de relation
8-443. De programma-inhoud wijzigenI Debuggen van een programmaEen fout in een programma waardoor het niet normaal loopt, wordt een “bug” genoemd, en
8-553. Druk op U om het zoeken te starten. De cursor zoekt de programmatekst af en stopt als hij het gezochte de eerste keer tegenkomt.*14. Bij elke d
8-662. Breng de gewenste veranderingen aan.3. Druk op U om de nieuwe naam te registreren en terug te keren naar de lijst met programma’s.De programma’
8-77I Een met een wachtwoord beveiligd programma oproepen1. Wanneer de lijst met bestandsnamen op het scherm staat, doorloopt u deze met D en A, en kl
8-88In deze paragraaf worden bij de beschrijving van de commando’s de volgende afspraken gebruikt.Tekst in vette karakters ..De commando’s en andere
8-99• Dit commando wordt niet alleen gebruikt om twee berekeningsinstructies, maar ook om twee commando’s na elkaar uit te voeren.• Er kan ook een nie
8-1010For~To~(Step~)NextFunctie: Dit commando herhaalt een aantal keer alle instructies die zich tussen For en Next bevinden. Als de herhaling begint,
8-1111Beschrijving:• Dit commando herhaalt alle instructies ingesloten in de lus, zolang de voorwaarde waar is. Als de voorwaarde vals wordt (0), dan
1-1616• U kunt ook UNDO gebruiken om intoetsen van te annuleren. Na indrukken van om een uitdrukking te wissen die u heeft ingevoerd, drukt u op ?
8-1212• In de modus RUN • MAT (of RUN) zal de invoer van het commando Prog, gevolgd door het drukken op U ervoor zorgen dat het genoemde programma sta
8-1313Beschrijving:• Dit commando bestaat uit twee delen: Goto n (n is een getal of variabele, zoals hierboven beschreven) en Lbl n (n is de waarde ge
8-1414• Is het resultaat van de vergelijking waar, dan wordt het programma voortgezet met de instructie die volgt op het commando . Is het resultaat
8-1515Parameters: naam matrix: A tot Z, AnsBeschrijving: Dit commando wist de inhoud van de matrix die is opgegeven door “naam matrix”. Als niets is o
8-1616• DrawR-Con tekent die grafiek door middel van verbonden punten. DrawR-Plt tekent die grafiek door middel van discrete punten.DrawR3-Con, DrawR3
8-1717I In-/uitvoercommando’s (I/O)GetkeyFunctie: Dit commando gedraagt zich als een variabele die de waarde aanneemt die overeenkomt met de code van
8-1818Beschrijving:• Dit commando schrijft getallen, de inhoud van een variabele of een tekst op een welbepaalde plaats op het scherm. Als er een bere
8-1919I Relationele operatoren met een voorwaardelijke instructie (REL)=, x, >, <, r, bFunctie: Relationele operatoren worden samen met een voor
8-2020StrCmp(Functie: Vergelijkt “<string 1>” en “<string 2>” (vergelijking van karaktercode). Syntax: StrCmp("<string 1>"
8-2121StrRotate(Functie: Draait het linker deel en het rechter deel van een string om, bij het n-e karakter.Syntax: StrRotate("<string>&quo
1-1717 Met de cursortoetsen kunt u in het scherm bladeren en de gewenste gegevens bekijken. • Als u drukt op (DEL)(DEL • L) terwijl een resultaat
8-22226. Nog enkele mogelijkheden van de rekenmachine bij het programmerenI Weergave van tekstOm een tekst in te lassen in een programma, moet u deze
8-2323S Een rij met een getal te vermenigvuldigen (>Row)Voorbeeld 2 Vermenigvuldig in de matrix uit voorbeeld 1 rij 2 met het getal 4De syntax die
8-2424S Syntax van andere voorschriften van grafieken• V-Window View Window <Xmin>, <Xmax>, <Xscale>, <Ymin>, <Ymax>, &
8-2525I Tabellen afgeleid van een voorschrift in een programmaTabellen afgeleid van een voorschrift kunt u in een programma verwerken. Van zo’n tabel
8-2626I Statistische berekeningenen grafieken in een programmaHet inlassen van statistische berekeningen en hun grafieken in een programma maakt het m
8-2727 De karakteristiek voor de hieronder volgende regressiegrafieken legt u op dezelfde manier vast, maar u moet “Linear” vervangen door het gewens
8-2828• Door DrawDistNorm uit te voeren wordt de bovenstaande berekening uitgevoerdovereenkomstig de gespecificeerde conditites, en tekent de grafiek.
8-2929 • Door DrawDistF uit te voeren wordt de bovenstaande berekening uitgevoerd overeenkomstig de gespecificeerde conditites, en tekent de gra
8-3030• Sinusoïdale regressieberekeningSinReg List 1, List 2y-waarden (YList)x-waarden (XList)• Logistieke regressieberekeningLogisticReg List 1, List
8-3131• Student-t kansverdelingtPD(: Geeft als resultaat de Student-t kansdichtheid (p waarde) voor de gespecificeerde gegevens.Syntax: tPD(x, df [)]•
1-1818- Als er een serie berekeningen is die het laatste resultaatgeheugen gebruiken met inbegrip van de resultaten van de vorige berekening in de vol
8-3232FCD(: Geeft als resultaat de F cumulatieve verdeling (p waarde) voor de gespecificeerde gegevens.Syntax: FCD(Lower,Upper,ndf,ddf [)]• Voor Lower
8-3333InvPoissonCD(: Geeft als resultaat de inverse Poisson cumulatieve verdeling voor de gespecificeerde gegevens.Syntax: InvPoissonCD(p,µ[)]• Voor p
8-3434I TEST-commando gebruiken om een commando in een programma uit te voeren (Niet beschikbaar op de GRAPH 25+ Pro)• Hieronder staan de specificat
8-3535TwoSampleTTest: Voert 2-sample t-test berekening uit.Syntax: TwoSampleTTest "μ1 conditie", M1, sx1, n1, M2, sx2, n2[,Pooled conditie]
8-3636• ANOVAOneWayANOVA: Voert een eendimensionale ANOVA variantieanalyse uit.Syntax: OneWayANOVA List1, List2 (List1 is Factorlijst (A) en List2
8-3737• Commando’s voor financiële berekeningenZie “Hoofdstuk 7 Financiële berekeningen (TVM)” voor de betekenis van elk argument.• Een enkelvoudige
8-3838• Afschrijving van een leningAmt_BAL: Geeft de huidige kapitaalbalans na betaling PM2.Syntax: Amt_BAL(PM1, PM2, I%, PV, PMT, P/Y, C/Y)Amt_INT:
8-39397. Lijst met commando’s in de modus PRGMNiet alle commando's die hieronder zijn opgenoemd zijn op alle modellen beschikbaar die in deze han
8-4040Int÷Int÷RmdrRmdrSimpSimpSTAT xˆ xˆyˆ yˆDIST*5S·DevStdDev(VarVariance(TEST*6CONVLENG fm[fm]Å[Å]μm[μm]mm[mm]cm[cm]m[m]km[km]AU[AU]I.y.[I.y.]pc[
8-4141PRNAmt_PRN(3INTAmt_3INT(3PRNAmt_3PRN(CNVT EFFCnvt_EFF(APRCnvt_APR(COST CostCost(SellSell(MrgMargin(DAYS PRDDays_Prd(BOND PRCBond_PRC(YLDBond_YLD
1-1919Voorbeeld Invoerdxd( )x3 + 4x2 + x − 6 x = 3 = 52 (MATH)(d/dx)T,3C4TVT6C3U2x2 + 3x + 4dx =340451 (MATH)(E)(°dx) 2TV3
8-4242REL ==xx>><<PPOOI/O LcteLocate_GtkyGetkeySendSend(RecvReceive(S38kSend38k_R38kReceive38k_OpenOpenComport38kCloseCloseComport38k::STR
8-4343K(SET UP)-toets-toetsNiveau 1 Niveau 2 Niveau 3CommandoDecDecHexHexBinBinOctOctNiveau 3 Niveau 4Commando*1 Exp ae^bxExp(ae^bx)ab^xExp(ab^x)*2 M
8-44448. Programmablad• Controleer of het aantal vrije geheugenbytes voldoende is voor het programma.Programmanaam Ontbinden in factorenBeschrijving
8-4545Programmanaam EllipsBeschrijving Dit programma toont een getallentabel met de volgende waarden op basis van de invoer van de brandpunten van een
9-11Hoofdstuk 9 SpreadsheetDe spreadsheet applicatie biedt u krachtige, mobiele spreadsheetfuncties.Alle handelingen in dit hoofdstuk gebeuren in de
9-22• {DEL} ... Toont het volgende DEL (wissen) submenu.• {ROW}/{COL}/{ALL}• {INS} ... Toont het volgende INS (invoegen) submenu.• {ROW}/{COL}• {CLR}
9-33S Een bestand openen1. Druk op (FILE)(OPEN).2. Maak op de bestandslijst die verschijnt gebruik van D en A om het gewenste bestand te selecteren
9-44I Gebruik van de celcursorDe celcursor geeft aan welke cel op een spreadsheet is geselecteerd. De cel die is geselecteerd met de celcursor licht o
9-55S De celcursor verplaatsen met het commando JUMPOm de celcursor te verplaatsen naar: Doet u dit:Een bepaalde cel1. Druk op (EDIT)(JUMP)(GO).2.
9-66S Celgegevens wijzigen 1. Verplaats de celcursor naar de cel waarvan u de inhoud wilt wijzigen.2. Druk op (EDIT)(CELL).• Celinhoud in het invoer
1-2020 @C@ACCBBC @BCCCD CECGUS Een matrix die in natuurlijke schrijfwijze is opgemaakt aan een matrix in de Math invoer/uit
9-77Item BeschrijvingExprVoer de functieuitdrukking f(x) in voor het genereren van de reeks getallen.Voorbeeld: ?(X)V@U (X2 + 1)Var Voer de naam
9-88I Een formule invoeren in een celLaten we als voorbeeld proberen een tabel te maken die gegevens bevat op basis van de formule <PRICE> s <
9-99S Een celverwijzingsnaam direct invoerenVerplaats de celcursor naar cel B1 en voer vervolgens de volgende bewerking uit. ?T(A)@DUS Een celv
9-1010S Spreadsheetgegevens kopiëren en plakken1. Selecteer de cel(len) die u wilt kopiëren.• Zie “Cellen selecteren” (pagina 9-4) voor meer informati
9-1111S Spreadsheetgegevens knippen en plakken1. Selecteer de cel(len) die u wilt knippen.• Zie “Cellen selecteren” (pagina 9-4) voor meer informatie.
9-1212S Eenzelfde formule invoeren in een aantal cellen1. Selecteer de cellen waar u dezelfde formule wilt invoeren.• In dit voorbeeld is B1:B3 gesele
9-13132. Druk op (DEL).• Het systeem is nu klaar om te wissen. Druk op ) om de wisbewerking nu te annuleren.3. Druk op (ROW) om de rij(en) te wissen
9-1414Commando BeschrijvingCellIf((Takconditie)Retourneert uitdrukking 1 wanneer de gelijkheid of ongelijkheid als takconditie waar is, en uitdrukking
9-1515I Voorbeeld van S • SHT modus commandoBij dit voorbeeld wordt de speciale modus S • SHT formule CellSum( ingevoerd in cel C1 om de som van alle
9-1616S Gegevens invoeren en een statistische grafiek (spreidingsdiagram) tekenen 1. Voer de statistische berekeningsgegevens in een spreadsheet in.•
1-21Belangrijk! • Voor een model waarvan het besturingssysteem werd bijgewerkt tot OS 2.0 uit een oudere OS-versie, worden de Math invoer/uitvoer modu
9-1717Indien u dit aantal kolommen selecteert:Deze informatie wordt automatisch ingevoerd:1 XCellRange2 XCellRange, YCellRange3 XCellRange, YCellRange
9-18182. Druk op (E)(CALC) om het CALC menu weer te geven en druk vervolgens op (2VAR).• Er verschijnt nu een scherm met berekeningsresultaten voor
9-19193. Om het celbereik te wijzigen, gebruikt u D en A om het item te laten oplichten dat u wilt wijzigen en voert u het nieuwe celbereik in.• Druk
9-2020Geheugentype OpslagbewerkingVariabelen(A ~ Z, r, Q)U kunt de inhoud van een cel toekennen aan een variabele.Selecteer een cel, druk op (E)(STO
9-2121I Gegevens uit het geheugen oproepen in een spreadsheetDe volgende tabel geeft een overzicht van de oproepbewerkingen voor elk geheugentype. Mee
10-11Hoofdstuk 10 eActivityU kunt de modus eActivity gebruiken om gegevens in een eActivity-bestand te plaatsen. U kunt tekst en numerieke uitdrukkin
10-22Hieronder wordt uitgelegd welke soorten gegevens u in een eActivity-bestand kunt invoeren en bewerken.Tekstregel... In een tekstregel
10-33• {STRP} ... Voegt een strip in.• {JUMP}... Geeft het volgende submenu weer voor de besturing van de cursor. • {TOP}/{BTM}/{PgUp}/{PgDn} ... Zie
10-442. Voer maximum 8 tekens in voor de bestandsnaam en druk vervolgens op U.• Er wordt een scherm met een lege werkruimte geopend. Cursor• De volge
10-55I Verplaatsen van de cursor en verplaatsbewerkingenAls u dit wilt doen:Gebruik deze toetsbewerking:Beweeg de cursor voorwaarts en achterwaartsD o
1-2222Voorbeeld Om de vierkantsvergelijking x2 + 3x + 5 = 0 op te lossen in de EQUA modus KEQUAK(SET UP) AAAA(Complex Mode) (a+bi)) (PO
10-66• De functietoets (Aja) schakelt tussen hoofdletters en kleine letters. Deze functie is alleen beschikbaar zolang de invoer van alfatekst is ing
10-772. Voer een wiskundige uitdrukking in (bijvoorbeeld: Q(P)AE).• De invoer van de wiskundige regel en de bediening van de bewerkingen zijn hetze
10-88S Een regeleinde invoegenIn het functiemenu, selecteer {INS} en daarna {STOP} om een regeleinde boven de huidige geselecteerde regel of strip in
10-99S Een strip invoegen1. Verplaats de cursor naar de positie waar u de strip wilt invoegen.2. Druk op (STRP).• In het dialoogvenster dat wordt wee
10-101010. Druk op ?() om terug te keren naar de werkruimte van eActivity.• De data waarvan een grafiek is gemaakt in stap 8 worden opgeslagen in de
10-11 u Schakelen tussen de werkruimte van eActivity en een toepassingsscherm dat vanuit een strip is opgeroepen Druk op !a( ' ). Bij elke d
10-12 • De extensie “g2e” wordt gebruikt voor een eActivity bestand met data voor nieuwe mogelijkheden (behalve rekenfuncties en -commando’s) toegevo
10-1313S Vanuit de werkruimte terugkeren naar de bestandslijstDruk op ).Verricht één van de onderstaande handelingen als u wordt gevraagd om het opsla
11-11Hoofdstuk 11 GeheugenbeheerderGRAPH 25+ Pro/GRAPH 35+Deze modellen ondersteunen de volgende gegevensbewerkingen: weergeven, zoeken en verwijdere
11-22I Scherm met geheugeninformatieHet venster met geheugeninformatie toont informatie over één geheugen per keer: het hoofdgeheugen, opslaggeheugen,
iiInhoudEerste kennismaking — Lees dit eerst!Hoofdstuk 1 Basisbewerking 1. Toetsen ...
1-23236. Menu variabelen (VARS)Als u variabelen-gegevens wilt oproepen, drukt u op ) om het menu met variabelen-gegevens weer te geven.{V-WIN}/{FACT}/
11-33U kunt de volgende gegevens controleren. HoofdgeheugenGegevensnaam InhoudALPHA MEM Lettervariabelen<CAPTURE> Groep interne geheugensCAPT n
11-44Opslaggeheugen, SD-kaart*1Gegevensnaam Inhoud*.g1m of .g2m bestandsnamenGegevens in de tabel van het hoofdgeheugen die naar het opslaggeheugen of
11-553. Voer maximaal acht karakters in voor de naam die u aan de map wilt geven.• U mag alleen de volgende karakters gebruiken: A tot Z, {, }, ’, ~,
11-66I Gegevens kopiërenBelangrijk!• Het kopiëren van gegevens wordt ondersteund op een GRAPH 25+ Pro of GRAPH 35+ rekenmachine.S Kopiëren van het hoo
11-77I Foutcontroles tijdens het kopiëren van gegevensDe volgende foutcontroles worden uitgevoerd tijdens het kopiëren van gegevens. Controle op lage
11-88Controle op niet-overeenkomende types eActivity gegevens, invoegtoepassingen (add-ins), talen en menu’s van invoegtoepassingen en reservekopiegeg
11-99• Het eerste bestand waarvan de naam begint met de letter “R” wordt op het scherm gemarkeerd. • U kunt maximaal acht karakters invoeren voor het
11-10102. Druk op (SAVE). Dit toont het selectievenster voor de opslaglocatie (alleen GRAPH 95). • @ ... opslaggeheugen• A ... SD-kaart3. Druk op @
11-11114. Gebruik D en A om een map te selecteren. 5. Druk op U.*1 • Er verschijnt een bericht waarin u dient te bevestigen of u de reservekopiegegeve
12-11Hoofdstuk 12 SysteembeheerderGebruik de Systeembeheerder om systeeminformatie te bekijken en om systeeminstellingen te doen. 1. De systeembeheer
1-2424 • {Q1}/{Q3} ... {eerste kwartiel}/{derde kwartiel} • {Med}/{Mod} ... {mediaan}/{modus} van de ingevoerde waarnemingsgetallen • {Str
12-22S De toets voor de achtergrondverlichting instellen (alleen voor modellen die uitgerust zijn met een achtergrondverlichting)1. Wanneer het begins
12-33S Om het taalmenu te kiezen (GRAPH 95/GRAPH 75)1. Druk in het beginscherm van de modus SYSTEM op (LANG) om het keuzescherm Message Language weer
12-44I Initialiseren (Reset)1. Wanneer het beginscherm van de modus SYSTEM wordt weergegeven, drukt u op (RSET) om het eerste scherm Reset weer te ge
12-552. Druk op de functietoets voor de RESET-bewerking die u wilt uitvoeren.3. Er verschijnt een bevestigingsbericht. Druk op (Yes) om de opgegeven
13-1 Hoofdstuk 13 Uitwisselen van gegevens In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die u nodig hebt om programma’s uit te wisselen tussen twee CASI
13-2 2. Sluit de rekenmachine op een computer aan U kunt gegevens tussen de rekenmachine en een computer overbrengen met het verbindingssoftware (FA
13-33• (Projector) ... {modusselectie voor schermuitvoer van de rekenmachine naar een CASIO OHP-eenheid of CASIO projector}• (ScreenRecv) ... {mod
13-44Gebruik de toetsen D en A om de cursor te verplaatsen naar het gegevenstype dat u wilt aanduiden. Druk dan op (SEL) om deze aanduiding te bevest
13-55• Wanneer gegevens worden uitgewisseld met een computer (USB als kabeltype geselecteerd), kunt u door de USB-kabel eerst met de computer en dan m
13-66Gegevenstype InhoudControle op overschrijven*1LIST FILE nInhoud van de geheugens voor lijstbestanden (1 tot 6)Ja<MATRIX>* Groep matricesMAT
1-2525S DYNA* — De instellingen bij dynamische grafieken oproepen • {Strt}/{End}/{Pitch} ... {beginwaarde van het interval}/{eindwaarde van het inter
13-7 Let op het volgende als u gegevens gaat uitwisselen. • U veroorzaakt een fout als u probeert gegevens te verzenden naar een toestel dat niet
13-8 u Gegevens versturen tussen de GRAPH 95, GRAPH 75, GRAPH 35+, GRAPH 85 SD (OS 2.0), GRAPH 85 (OS 2.0) en GRAPH 25+ Pro Verzender: GRAPH 25+
13-9 - GRAPH modus, DYNA modus Graph Type instellingsgegevens Als er naar de GRAPH 85 SD, GRAPH 85 of GRAPH 65 rekenmachine wordt verstuurd, w
13-10De volgende gegevens worden niet vanaf een OS 2.0 rekenmachine verstuurd, of worden genegeerd als ze worden ontvangen door een GRAPH 65 serie rek
13-11 * 1 Kan worden verzonden van een OS 2.0 rekenmachine, behalve van de GRAPH 25+ Pro. u Gegevens verturen vanaf de OS 2.0 rekenmachine (behalv
13-12125. Versturen van schermafbeeldingenAls u op (CAPT) drukt terwijl het hoofdmenu van de gegevenscommunicatie wordt weergegeven, wordt het “Captu
13-1313I Afbeeldingen verzenden naar een computerVoer de volgende handelingen uit om een schermbeeld van de rekenmachine naar een computer te verzende
13-14142. Druk op (ScreenRecv).3. Open op de rekenmachine het schermbeeld dat u wilt verzenden.4. De weergegeven afbeelding wordt automatisch naar de
14-11Hoofdstuk 14 SD-kaarten gebruiken (alleen GRAPH 95)U kunt SD-kaarten gebruiken om gegevens van de rekenmachine op te slaan. U kunt gegevens uit
14-22S Een SD-kaart invoeren1. Richt de SD-kaart zodanig dat de achterkant naar boven wijst (in dezelfde richting als het toetsenbord van de rekenmach
1-26267. Programmeermenu (PRGM)Om het programmeermenu (PRGM) op te roepen, kiest u de modus RUN • MAT (of RUN) of PRGM vanuit het hoofdmenu en drukt u
14-332. Een SD-kaart formatteren• Volg de procedure onder “Initialiseren (Reset)” (pagina 12-4) om een SD-kaart te formatteren.3. SD-kaart voorzorgsma
A-11Bijlage1. Lijst met mogelijke foutmeldingenFoutmelding Betekenis RemedieSyntax ERROR• Fout tegen de syntax• Poging om een ongeldig commando in t
A-22Foutmelding Betekenis RemedieMemory ERROR• De berekening of geheugenbewerking overschrijdt de resterende geheugencapaciteit.• Gebruik alleen het
A-33Foutmelding Betekenis RemedieComplex Number in Data• Gegevens verstuurd met een functie van deze rekenmachine (matrix, etc.) bevatten complexe ge
A-44Foutmelding Betekenis RemedieMemory Full • Het geheugen van het ontvangend toestel is vol geraakt tijdens het uitwisselen van gegevens.• Wis enk
A-55Foutmelding Betekenis RemedieSD Card Full* • De SD-kaart is vol geraakt. • Verwijder de onnodige gegevens. Invalid file name or folder name.*•
A-66FunctieInterval voor oplossingenmet reële getallenInternecijfersNauwkeurigheidOpmerkingenlogxInx1 s 10–99 x < 1 s 1010015 cijfersIn principe
A-77FunctieInterval voor oplossingenmet reële getallenInternecijfersNauwkeurigheidOpmerkingenxyy > 0 : x x 0–1 × 10100 < 1x logy < 100y = 0
E-CON2Application(English)
20051101All of the explanations provided here assume that you are already familiarwith the operating precautions, terminology, and operational procedu
1-273. Gebruik de cursortoetsen f en c om de parameter aan te klikken waarvan u de instelling wilt veranderen.4. Druk nu op een functietoets (van 1 to
200511011-1E-CON2 Overview1 E-CON2 Overview• From the Main Menu, select E-CON2 to enter the E-CON2 Mode.• The “E-CON2 Mode” provides the functions lis
200511012 Using the Setup WizardThis section explains how to use the Setup Wizard to configure the EA-200 setup quicklyand easily simply by replying t
20051101u To configure an EA-200 setup using Setup WizardBefore getting started...• Before starting the procedure below, make sure you first decide if
200511012-3Using the Setup Wizard• If the “Input Total Sampling Interval” screen appears, skip to step 6.5. Select the options for the sensor you spec
200511018. Use number keys b through e to specify the unit for the value you specified in step 6.• This displays a confirmation screen like the one sh
200511012-5Using the Setup Wizardk Using Setup Wizard to Configure Settings for FFT (FrequencyCharacteristics) Data SamplingWhen you perform sound sam
200511012-6Using the Setup Wizardk Using Setup Wizard to Configure a PhotoGate SetupConnection of a Vernier PhotoGate requires configuration of setup
200511012-7Using the Setup Wizard5. Input an integer in the range of 1 to 255 to specify the number of samples.6. Perform step 10 under “To configure
200511012-8Using the Setup Wizardk Outputting the Waveform of a Function through the SpeakerNormally, the Setup Wizard helps you configure setups for
200511012-9Using the Setup Wizard7. Press 6(DRAW) to graph the function.• This graphs the function and displays a vertical cursor line as shown below.
1-2828 • {a+bi}/{rθ} ... weergave van een berekening met een complex getal in {cartesische coördinaten}/{poolcoördinaten}S Coord (coördinat
200511012-10Using the Setup Wizard14. Perform one of the following operations, depending on what you want to do.To change the output frequency and try
200511013 Using Advanced SetupAdvanced Setup provides you with total control over a number of parameters that you canadjust to configure the EA-200 se
200511013-2Using Advanced Setup• d(Trigger) ... Displays a screen for configuring sampling start (trigger) conditions.See “Trigger Setup” on page 3
200511013-3Using Advanced Setupk Channel SetupThe Channel Setup screen shows the sensors that are currently assigned to each channel(CH1, CH2, CH3, SO
200511013-4Using Advanced Setup• From the menu that appears after you select “Photogate” as the sensor, select[Gate] or [Pulley].[Gate] ...
200511013-5Using Advanced Setupk Sample SetupThe Sample Setup screen lets you configure a number of settings that control sampling.uuuuuTo configure S
200511013-6Using Advanced Setup4. To change the number of samples setting, move the highlighting to “Number”. Next, press1 to display a dialog box for
200511013-7Using Advanced Setup6. After all the settings are the way you want, press w.• This returns to the Advanced Setup menu.Note• Whenever the cu
200511013-8Using Advanced SetupThe following table describes each of the six available trigger sources.NoteThe trigger sources you can select depends
200511013-9Using Advanced Setup• The trigger source is always “[EXE] key” when the sampling mode is “Extended”, and“CH1” when the sampling mode is “Cl
1-2929S Locus* (instelling voor het over elkaar tekenen van dynamische grafieken) • {On}/{Off} ... {over elkaar op hetzelfde scherm}/{per grafiek een
20051101If this is the triggersource:Do this next:[EXE] key Press w to finalize Trigger Setup and return to the AdvancedSetup menu.Count Down Specify
200511013-11Using Advanced Setupuuuuu To specify the trigger threshold value and trigger edge typePerform the following steps when “Fast”, “Normal”, o
200511013-12Using Advanced Setupuuuuu To configure PhotoGate trigger start and end settingsPerform the following steps when CH1 is selected as a Photo
200511013-13Using Advanced SetupTo specify this graph source data name display setting: Press this key:Display source data name 1(On)Hide source data
200511013-14Using Advanced SetupTo specify this real-time scrolling setting: Press this key:Real-time scrolling on 1(On)Real-time scrolling off 2(Off)
200511014 Using a Custom ProbeYou can use the procedures in this section to configure a custom probe for use with the EA-200. The term “custom probe”
200511014-2Using a Custom Probe6. Use the function keys described below to configure the custom probe setup.• To change the setting of an item, first
20051101k Auto Calibrating a Custom ProbeAuto calibration automatically corrects the slope and intercept values of a custom probesetup based on two ac
200511014-4Using a Custom Probe4. After the sampled value stabilizes, hold down w for a few seconds.• This will register the first sampled value and d
200511018. Press w, and then input a memory number from 1 to 99.• This saves the custom probe setup and returns to the custom probe list.k Zero Adjust
1-3030S Move (richting van de cursor in cel van spreadsheet)*2 • {Low}/{Right} ... {naar beneden}/{naar rechts} *1 Selectie van “Form” (formule) do
200511014. At the point your want to perform zero adjustment (the point that the displayed value isthe appropriate zero adjust value), press w.• This
200511015-1Using the MULTIMETER Mode5 Using the MULTIMETER ModeYou can use the Channel Setup screen (page 3-3) to configure a channel so that EA-200MU
200511016-1Using Setup Memory6 Using Setup MemoryCreating EA-200 setup data using the Setup Wizard or Advanced Setup causes the data tobe stored in th
200511012. If you are starting from the final Setup Wizard screen, press c(Save Setup-MEM).If you are starting from another screen, press 2(SAVE).• Th
20051101u To recall a setup and use it for samplingBe sure to perform the following steps before starting sampling with the EA-200.1. Connect the calc
20051101u To delete setup data1. On the E-CON2 main menu (page 1-1), press 2(MEM) to display the setup memory list.2. Use the f and c cursor keys to h
200511017 Using Program ConverterProgram Converter converts an EA-200 setup you configured using Setup Wizard orAdvanced Setup to a program that can r
200511012. Enter up to eight characters for the program name.NoteUsing the program converter initial default settings will create a program like the o
200511015. If you plan to use a custom probe connected to CH1 of the Data Analyzer, specifywhether calibration or zero adjust should be performed. Per
20051101k Converting a CFX-9850 Series Program to a fx-9860 Series CompatibleProgramTo use an EA-200 control program created on the CFX-9850 Series ca
1-313110. Als er een probleem blijft bestaan…Als u met de rekenmachine problemen ondervindt, doe dan eerst het volgende alvorens ervan uit te gaan da
200511015. Enter up to eight characters for the program name.• If you want to password protect the program, perform steps 6 and 7 under “To convert as
200511018 Starting a Sampling OperationThe section describes how to use a setup configured using the E-CON2 Mode to start anEA-200 sampling operation.
20051101u To start sampling1. Start the sampling operation by performing one of the function key operations describedbelow.✔ If the final Setup Wizard
200511018-3Starting a Sampling OperationModeReal-timeFastNormalSoundExtendedPeriodClock1. EA-200 Setup 2. Start Standby 3. Sampling 4. GraphingStarts
200511019-1Using Sample Data Memory9 Using Sample Data MemoryPerforming an EA-200 sampling operation from the E-CON2 Mode causes sampled resultsto be
200511014. Enter up to 18 characters for the data file name, and then press w.• This displays a dialog box for inputting a memory number.5. Enter a me
20051101uuuuu To rename an existing sample data fileNote• You cannot use this procedure to rename a current data file name.1. On the E-CON2 main menu
2005110110-1Using the Graph Analysis Tools to Graph Data10 Using the Graph Analysis Tools to Graph DataGraph Analysis tools make it possible to analyz
20051101k Selecting an Analysis Mode and Drawing a GraphThis section contains a detailed procedure that covers all steps from selecting an analysismod
20051101b. Repeat step a to turn each of the graphs listed on the Graph Mode screen on or off.6. Select the graph style you want to use.a. On the Grap
1-3232I Waarschuwing bij te zwakke batterijenMocht het volgende scherm verschijnen, schakel dan onmiddellijk de rekenmachine uit en vervang de batteri
2005110110-4Using the Graph Analysis Tools to Graph DataGraph Screenb. Use the function keys to specify the graph style you want.c. Repeat a and b to
2005110111-1Graph Analysis Tool Graph Screen Operations11 Graph Analysis Tool Graph Screen OperationsThis section explains the various operations you
20051101k Scrolling the Graph ScreenPress the cursor keys while the graph screen is on the display scrolls the graph left, right, up,or down.Note• The
2005110111-3Graph Analysis Tool Graph Screen Operationsk Using TraceTrace displays a crosshair pointer on the displayed graph along with the coordinat
200511014. Press w to assign the period and periodic frequency values to Alpha-Memory variables.• This displays a dialog box for specifying variable n
200511013. Press w.• This causes the magnifying glass to disappear and enters the zoom mode.• The cursor keys perform the following operations in the
200511015. After everything is the way you want, press w.• This saves the lists and the message “Complete!” appears. Press w to return to thegraph scr
200511014. Move the trace pointer to the end point of the range for which you want to perform Fourierseries expansion, and then press w.• This display
20051101k Performing RegressionYou can use the procedure below to perform regression for a range specified using the tracepointer. All of the followin
200511015. Press 6(DRAW).• This draws a quadratic regression graph and overlays it over the original graph.• To delete the overlaid quadratic regressi
iiiHoofdstuk 6 Statistische berekeningen en grafieken 1. Voor u met statistische berekeningen begint ...
2-11Hoofdstuk 2 Manuele berekeningen1. BasisberekeningenI Rekenkundige berekeningen• Voer rekenkundige bewerkingen in zoals ze geschreven zijn, van l
200511014. After the graph function list settings are configured the way you want, press 6(DRAW).• This overlays graphs of all the functions for which
2005110111-11Graph Analysis Tool Graph Screen Operations3. Use the f and c cursor keys to cycle through the graphs until the one you want isdisplayed,
200511012. Move the trace pointer to the start point of the range you want to output from the speaker,and then press w.11-12Graph Analysis Tool Graph
200511014. Input a percent value for the output frequency value you want.• The output frequency specification is a percent value. To output the origin
2005110111-14Graph Analysis Tool Graph Screen Operationsk Configuring View Window ParametersPressing !3(V-Window) while the graph screen is on the dis
2005110112-1Calling E-CON2 Functions from an eActivity12 Calling E-CON2 Functions from an eActivityYou can call E-CON2 functions from an eActivity by
20051101k Inserting an Econ Strip into an eActivity FileThe following procedure assumes that the eActivity file into which you want to insert theEcon
200511016. Press w to assign the title to the strip.• This will highlight the strip.• You can execute the strip here by pressing w. For details about
200511013. Perform the procedure under “To configure an EA-200 setup using Setup Wizard” (page2-2) from step 3 to set up the EA-200 and execute sampli
20051101uuuuu To execute sampling from an Econ Sampling strip1. On the eActivity workspace screen, use the f and c keys to move the highlighting tothe
2-22Voorbeeld 2 200 w 7 s 14 = 400Voorwaarde Invoer Weergave200714U4003 decimalenK(SET UP) DD(Fix)BU)U400.000Berekening blijft gebruik maken van
200511018. Press w.• This will set up the EA-200 in accordance with the setup data registered in the EconSampling strip. The message “Start sampling?”
20051101uuuuu Econ Strip Memory Capacity Precautions• The memory capacity of each Econ strip is 25 KB. An error will occur if you perform anoperation
Manufacturer:CASIO COMPUTER CO., LTD.6-2, Hon-machi 1-chome Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, JapanResponsible within the European Union:CASIO EUROPE GmbHCa
CASIO COMPUTER CO., LTD.6-2, Hon-machi 1-chomeShibuya-ku, Tokyo 151-8543, JapanOne or more of the following patents may be used in the product.U.S.Pa
2-33(–), d, h, b, o, Neg, Not, Det, Trn, Dim, Identity, Ref, Rref, Sum, Prod, Cuml, Percent, List, Abs, Int, Frac, Intg, Arg, Conjg, ReP, ImP Verme
2-44S Resultaatweergave met Weergave van een resultaat in het formaat wordt ondersteund voor het resultaat met in tot twee termen. Berekeningsre
2-55S Resultaatweergave met PEen resultaat wordt weergegeven als P in de volgende gevallen.• Als het resultaat kan worden weergegeven in de vorm van
2-66verschijnen. Als dat gebeurt, is elke andere handeling onmogelijk. U vindt meer informatie over fouten in de “Lijst met mogelijke foutmeldingen” o
2-77Voorbeeld 2 Voeg 456 toe aan de variabele A en sla het resultaat op in de variabele B ?T(A)CDE? ?J(B)US Dezelfde waarde toekennen aan
2-88S Een voorschrift opslaanVoorbeeld Sla de uitdrukking (A+B) (A–B) op in het geheugen van de functietoets 1 ?T(A)?J(B) ?T(A)?J(B)
2-99S Een voorschrift wissenVoorbeeld Wis de inhoud van het geheugen met functietoets 1 *(E)(E)(FMEM)* (STO)@U * GRAPH 25+ P
2-1010I Verder rekenen na een tussenresultaatHet toestel geeft u de mogelijkheid om op een eenvoudige manier een tussenresultaat te berekenen en dan v
ivHoofdstuk 12 Systeembeheerder 1. De systeembeheerder gebruiken ...12
2-1111S Het aantal significante cijfers aanduiden (Sci)Voorbeeld Kies voor drie significante cijfers (Sci)BUDruk op de functietoets die onder he
2-1212S Combinatie- en kansberekeningen (PROB) [OPTN]-[PROB]• {x!} ... {Druk hierop na het invoeren van een waarde om de faculteit van de waarde te
2-1313• {ENG}/{ENG} ... -verplaatst de (decimale) komma in het weergegeven getal drie cijfers naar {links}/{rechts} en {vermindert}/{vermeerdert}
2-1414Voorbeeld Invoerlog 1,23 (log101,23) = 0,08990511144J1.23Ulog28 = 3*(CALC)*(E)(logab) 28U(–3)4 = (–3) s (–3) s (–3) s (–3) = 813,4U7 12
2-1515• n is het aantal pogingen. RanList# genereert het aantal toevalsgetallen dat overeenkomt met n en ze weergeeft op het scherm ListAns. Er moet e
2-1616S Genereren van gehele toevalsgetallen (RanInt#)RanInt# genereert gehele toevalsgetallen die tussen twee specifieke gehele getallen liggen. Ran
2-1717Voorbeeld InvoerRanBin# (5, 0,5)(Produceert willekeurig het aantal keren kruis dat mag worden verwacht in overeenstemming met binomiale verdelin
2-1818Formule Invoer10P4 = 504010*(E)(PROB)*(nPr) 4U * GRAPH 25+ Pro: (PROB)Voorbeeld 2 Bereken het aantal manieren om 4 uit 10 elementen
2-19191––2 s 0,5 = 0,25*31*_2.5U * GRAPH 25+ Pro: -*1 Breuken kunnen worden omgezet naar decimale waarden en omgekeerd. *2 Als het totaal a
2-2020S Over bewerkingen met logische operatoren • Een bewerking met logische operatoren geeft altijd 0 of 1 als resultaat.• De volgende tabel geeft a
vEerste kennismaking — Lees dit eerst! I Over deze gebruiksaanwijzingS Verschillen in functies en schermDeze gebruiksaanwijzing omvat meerdere rekenma
2-2121Voorbeeld Bereken de rest van 107 ÷ 7 @?F*(CALC)*(E) (E)(Rmdr)F U * GRAPH 25+ Pro: (CALC)I Simplificatie [OPTN]-[CALC
2-2222• Er doet zich een fout voor als simplificatie niet kan worden uitgevoerd met de specifieke deler.• Uitvoeren van Simp als een waarde die niet
2-2323Voorbeeld Los de functie x2 – 5x – 6 = 0 *(CALC)*(SolvN) TVDTEU * GRAPH 25+ Pro: (CALC) )I Berekenen van een eerste af
2-2424wordt de grafiek getekend met de dezelfde nauwkeurigheid als voor een gewone berekening van een afgeleid getal.• U kunt ook de invoer van het af
2-2525Voorbeeld Bereken de tweede afgeleide in het punt x = 3 van de functie y = x3 + 4x2 + x – 6 Hier gebruiken we een tolerantiewaarde tol = 1E –
2-2626I Berekeningen van een bepaalde integraal [OPTN]-[CALC]-[°dx]Om een bepaalde integraal te berekenen, kunt u kiezen tussen twee formules.*(CALC
2-2727(2) Voor integratie over een groot interval [a, b] is het soms aangewezen dit interval in deelintervallen te verdelen en hierop apart te integr
2-28283 voorzorgen bij berekeningen• De waarde van de gespecificeerde variabele verandert bij een sommatie (3). Zorg er voor dat u voordat u de bereke
2-2929• In de functie f (x) kunt u enkel X als variabele kiezen. De andere letters (A t/m Z, zonder X, r, θ) worden als constanten beschouwd, zodat in
2-3030• {rθ}/{a+bi} ... om het resultaat om te zetten in {poolcoördinaten}/ {cartesische coördinaten}• U kunt ook gebruik maken van ?(i) in plaats
vi• In deze gebruiksaanwijzing wordt de aan een functietoets toegewezen bewerking tussen haakjes aangeduid, gevolgd door de bijbehorende toetsmarkerin
2-3131Voorbeeld Bereken de modulus (r) en het argument (θ) van het complex getal 3 + 4i, met de zestigdelige graden als ingstelde hoekeenheidAs van
2-3232 *(CPLX)*(E)(ImP) AD(E)(i)U (Bepaling van de coëfficiënt van het imaginair deel) * GRAPH 25+ Pro: (CPLX)I Omzetting van pool
2-3333• Een tegengesteld getal wordt in deze talstelsels voorgesteld door het 2-complement van het gegeven getal.• Voor deze talstelsels gebeurt de we
2-3434• {d}/{h}/{b}/{o} ... {tientallig}/{zestientallig}/{tweetallig}/{achttallig}S Getallen uit verschillende talstelsels invoerenVoorbeeld Voer 1231
2-3535I Omzetten van talstelselsDruk op (DISP) om een menu met omzettingsfuncties voor talstelsels te openen.• {Dec}/{Hex}/{Bin}/{Oct} ... het ge
2-3636• Bij elke matrixberekening wordt het nieuwe resultaat opgeslagen in het geheugen voor de laatste matrix. De vorige inhoud van dit geheugen word
2-3737S Elk element van een matrix een waarde toekennenVoorbeeld Voer in de matrix B de volgende gegevens in:De volgende bewerking is het vervolg van
2-3838S RijrekenenHet volgende menu verschijnt wanneer u drukt op (R-OP) terwijl de matrix die u wilt bewerken opgeroepen is.• {Swap} ... {om twee ri
2-3939Voer het rijnummer in van de rij die vervangen moet worden. BUU * Een complex getal kan ook worden ingevoerd als een vermenigvuldiger (k).S
2-4040S Bewerking met kolommen• {DEL} ... {om een kolom te wissen}• {INS} ... {om een kolom in te voegen}• {ADD} ... {om een kolom toe te voegen}S Een
1-11Hoofdstuk 1 Basisbewerking1. ToetsenI Tabel met toetsenNiet alle functies hierboven beschreven zijn beschikbaar bij alle modellen uit deze handle
2-4141Voorbeeld Voer in de matrix A de volgende gegevens in: ( [ )( [ )@BD ( ] )( [ )ACE ( ] )( ] )?*(MAT) (Mat)?T(A) U
2-4242S Aan een element van een matrix een waarde toekennen of de waarde van een element oproepen [OPTN]-[MAT]-[Mat]Als u het Mat-commando gebruikt om
2-4343• U kunt het geheugen voor de laatste matrix gebruiken om de resultaten van de vorige invoer toe te kennen en veranderingen aan te brengen aan e
2-4444S Rekenkundige bewerkingen met matrices [OPTN]-[MAT]-[Mat]/[Iden]Voorbeeld 1 Tel matrix A en matrix B op (Matrix A + Matrix B): *(MAT)
2-4545 Matrix A = 1 23 45 6 *(MAT)(Trn)(Mat) ?T(A)US Operaties op rijen [OPTN]-[MAT]-[Ref]Dit commando gebruikt het elimi
2-4646 *(MAT)(Mat) ?T(A)(x–1)U• Alleen van een vierkante matrix (zelfde aantal rijen en kolommen) kan een inverse berekend worden. Als u
2-4747 Matrix A = *(E)(NUM)(Abs) *(MAT)(Mat)?T(A)US Rekenen met complexe getallen met een matrixVoorbeeld Bepaal de absolute wa
2-4848WeergavenaamCategorieWeergavenaamCategorieWeergavenaamCategorieLENG Lengte TMPR Temperatuur PRES DrukAREA Zone VELO Snelheid ENGYEnergie/arbeidV
2-4949I Commandolijst voor omzetting van eenhedenCat.WeergavenaamEenheid Cat.WeergavenaamEenheidLengtefm fermiVolumecm3kubieke centimeterÅ ångström mL
2-5050Cat.WeergavenaamEenheid Cat.WeergavenaamEenheidTemperatuur°C graden CelsiusDrukPa pascalK Kelvin kPa kilopascal°F graden Fahrenheit mmH2O millim
1-22I Toetsmarkeringen Nogal wat toetsen van de rekenmachine worden voor meerdere functies gebruikt. Deze functies worden met behulp van een kleurcode
3-11Hoofdstuk 3 LijstenEen lijst is een opslagplaats voor diverse gegevensitems.Met deze rekenmachine kunt u in zes bestanden telkens 26 lijsten opsl
3-22• U kunt ook het resultaat van een uitdrukking of een complex getal in een element invoeren.• In een enkele lijst kunt u getallen invoeren in maxi
3-33S De inhoud van een element wijzigen1. Gebruik de cursortoetsen om het element aan te klikken waarin u de inhoud wilt wijzigen.2. Druk op (E)(ED
3-443. Voer de naam in en druk op U. • Als u een naam in alfanumerieke tekens wilt invoeren, drukt u op ? om de modus ALPHA-LOCK te kiezen. Voorbee
3-55Stijgende grootte1. Druk als de lijsten op het scherm staan op (E)(TOOL)(SRT • A).2. De mededeling “How Many Lists?:” verschijnt. Druk nu op 2
3-66• De invoer van (List) in de bovenstaande bewerking mag u weglaten.• Alle lijsten moeten hetzelfde aantal gegevensitems bevatten. Zo niet, krijgt
3-77Ziehier het resultaat van List 1:S Een reeksgetallenin een lijst invoeren [OPTN]-[LIST]-[Seq] *(LIST)(Seq) <uitdrukking> <naam van v
3-88S Het gemiddelde van de getallen van een lijst berekenen [OPTN]-[LIST]-[Mean] *(LIST)(E)(Mean)(E)(E)(List) <lijstnummer 1 - 26> UVoo
3-99S Hetproduct van de getallen van een lijst berekenen [OPTN]-[LIST]-[Prod]*(LIST)(E)(E)(Prod)(E)(List) <lijstnummer 1 - 26> UVoorbeeld
3-1010Voorbeeld Bereken de verschillen tussen de opeenvolgende getallen van List 1 (1, 3, 8, 5, 4) *(LIST)(E)(E)( ) @U• U kunt de opsl
Comments to this Manuals