73
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
In- en uitschakelen van het in-beeld
raster
U kunt rasterlijnen op het beeldscherm verkrijgen om u te
helpen bij de compositie van beelden en om er zeker van
te zijn dat de camera tijdens het opnemen recht gehouden
wordt.
Om dit te doen:
Toon het raster
Verberg het raster
Selecteer deze instelling:
On (aan)
Off (uit)
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“Grid” (raster) en druk daarna op [].
3.
Gebruik [] en [] om de gewenste instelling
te selecteren en druk vervolgens op [SET].
In- en uitschakelen van beeldcontrole
Beeldcontrole laat een beeld zien op het beeldscherm
zodra u het opneemt. Gebruik de volgende procedure om
beeldcontrole in en uit te schakelen.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“Review” (controleren) en druk vervolgens op
[].
3.
Gebruik [] en [] om de gewenste instelling
te selecteren en druk vervolgens op [SET].
Om dit te doen:
Toon beelden op het beeldscherm
voor ongeveer een halve seconde
onmiddellijk nadat ze opgenomen zijn
Toon geen beelden onmiddellijk nadat
ze opgenomen zijn
Selecteer deze
instelling:
On (aan)
Off (uit)
Comments to this Manuals