102
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Gebruik van icoonhulp
Icoonhulp toont begeleidende tekst over een icoon
wanneer u deze selecteert op het beeldscherm tijdens een
opnamefunctie (REC).
• De icoonhulptekst wordt aangegeven voor de volgende
functies: Flitserfunctie, scherpstelfunctie, witbalans,
zelfontspanner, en huidige opnamefunctie (REC).
Merk echter op dat de icoonhulptekst voor huidige
opnamefunctie (REC), witbalans en zelfontspanner enkel
verschijnt wanneer de opnamefunctie (REC Mode), de
zelfontspanner (Self-timer) en witbalans (White Balance)
toegewezen is aan de [] en [] toetsen met de
toetsaanpassingsfunctie (pagina 103).
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“Icon Help” (icoonhulp) en druk vervolgens
op [].
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v. [] en
[] en druk op [SET].
Om dit te doen:
Toon beelden op het beeldscherm
voor ongeveer een halve seconde
onmiddellijk nadat ze opgenomen zijn
Toon geen beelden onmiddellijk nadat
ze opgenomen zijn
Selecteer deze
instelling:
On (aan)
Off (uit)
In- en uitschakelen van beeldcontrole
Beeldcontrole laat de door u opgenomen beelden zien op
het beeldscherm zodra u ze opneemt. Gebruik de volgende
procedure om beeldcontrole in en uit te schakelen.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op de
[MENU] toets.
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“Review” (controleren) en druk vervolgens op
[].
3.
Gebruik [] en [] om de gewenste instelling
te selecteren en druk vervolgens op [SET].
Comments to this Manuals