61
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
OPMERKINGEN
• Hieronder volgen de instellingen die zich/bevinden
onder de BESTSHOT functie gebruikersinstellingen.
EV verschuivingswaarde, witbalansfunctie,
flitsintensiteit en ISO gevoeligheid.
• Merk op dat enkel beelden die opgenomen worden
met deze camera kunnen worden gebruikt om een
BESTSHOT gebruikersinstelling te creëren.
• U kunt op hetzelfde moment maximaal 999
BESTSHOT gebruikersinstellingen hebben in het
ingebouwde geheugen van de camera.
• U kunt de huidige instelling van een achtergrond
controleren door verschillende instelmenu’s te tonen.
• Wanneer u een BESTSHOT gebruikersinstelling
registreert wordt daaraan automatisch een
bestandnaam toegewezen waarbij één van de
onderstaande formaten wordt gebruikt, afhankelijk
van het cameramodel.
EX-S20: UES20nnn.JPE (n = 0 - 9)
EX-M20: UEM20nnn.JPE (n = 0 - 9)
■ Wissen van een BESTSHOT functie
gebruikersinstelling
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “REC” (opname) tab, selecteer
“REC Mode” (opnamefunctie) en druk
vervolgens op [].
3.
Gebruik [] en [] om “ BESTSHOT” te
selecteren en druk vervolgens op [SET].
• Hierdoor wordt de BESTSHOT functie ingeschakeld
en een voorbeeld achtergrond getoond.
4.
Gebruik [] en [] om de gebruikersinstelling
te tonen die u wilt uitwissen.
5.
Druk op [] ( ) om de gebruikersinstelling te
wissen.
• U kunt een gebruikersinstelling ook wissen m.b.v. uw
computer door het betreffende bestand in de
“SCENE” (décor) map in het camerageheugen te
wissen (pagina 142).
Comments to this Manuals