75
Geavanceerde instellingen
Procedure
[r] (OPNAME) *[MENU] * OPNAME indextab * L/R toets
U kunt één van de vijf hier ondergegeven functies toewijzen aan de [4] en [6]
toetsen.
Procedure
[r] (OPNAME) * [MENU] * OPNAME indextab * Snelsluiter
Wanneer de Snelsluiter ingeschakeld is kunt u de sluiter geheel indrukken zonder te
wachten op Autofocus. Hierdoor wordt opgenomen d.m.v. een versnelde
scherpstelbewerking die veel sneller is dan Autofocus.
LET OP
• De Snelsluiter is gedeactiveerd wanneer de zoomfactor groter is. Het opnemen
wordt op dat moment uitgevoerd d.m.v. Autofocus.
Toewijzen van functies aan de [4] en [6] toetsen (L/R toets)
Instelling [4]/[6] toetsbediening
Meten Verandert de meetfunctie (pagina 81)
EV verschuiving Verhoogt de EV verschuivingswaarde (pagina 41).
Witbalans Verandert de instelling van de witbalans (pagina 80)
ISO Verandert de instelling van de ISO gevoeligheid (pagina 36)
Zelfontspanner Stelt de tijd van de zelfontspanner in (pagina 67)
Uit Annuleert de [
4] en [6] toetstoewijzingen
Opnemen met de Snelsluiter (Snelsluiter)
Aan
Schakelt de Snelsluiter in
• Sommige beelden kunnen onscherp zijn wanneer de Snelsluiter wordt
gebruikt.
Uit
Schakelt de Snelsluiter uit zodat het scherpstellen uitgevoerd wordt met
normale Autofocus voordat het beeld opgenomen wordt.
• Er worden beelden opgenomen zonder scherpstellen als u de sluitertoets
volledig indrukt terwijl de Snelsluiter uitgeschakeld is.
• Als het maar even mogelijk is, kunt u beter een beetje extra tijd gebruiken
om de sluitertoets halverwege in te drukken voor een juiste scherpstelling.
Comments to this Manuals