109
Dynamische Foto
7. Maak de compositie van het beeld nogmaals
maar deze maal zonder het onderwerp dat u er uit
wilt halen (extraheren). Denk erom dat de
beeldcompositie zo dicht mogelijk moet zijn bij
de beeldcompositie in stap 6. Dit tweede beeld
laat de camera weten welk gedeelte van het beeld
in stap 3 moet worden getrimd.
• Een semi-transparant weergave van het beeld die u in stap 3 opnam (hetgeen
het onderwerp bevatte) zal zichtbaar worden op het beeldscherm om u te
helpen met het op de juiste manier uitvoeren van de compositie van het
achtergrondbeeld.
8. Druk op de sluitertoets om enkel de achtergrond op te nemen.
De camera vergelijkt de beelden die u opnam in de stappen 6 en 8 en extraheert
het onderwerp. Het beeld met het geëxtraheerde onderwerp verschijnt op het
beeldscherm. Als u “Beweg. Onderw.” selecteerde, zal het onderwerpbeeld op
het display gaan bewegen.
• U kunt een plaatsvindend onderwerpextraheerproces (stappen 6 - 8)
onderbreken door op [MENU] of [BS] te drukken.
BELANGRIJK!
• Bij het opnemen van het onderwerpbeeld dient u de opname uit te voeren tegen
een witte achtergrond of tegen een kleur die verschilt van die van het onderwerp.
De camera zal het onderwerpbeeld niet correct kunnen trimmen als het dezelfde of
een identieke kleur heeft als de achtergrond.
• De camera kan mogelijk een onderwerp niet schoon aftrimmen als het niet goed
gedefinieerd is op het beeldscherm door tegenlicht, schaduwen, lichtvlekken,
onderbelichting, enz. Tijdens het maken van opnamen van het onderwerp dient u
er aan te denken dat dit duidelijk gedefineerd is op het beeldscherm met duidelijke
contouren.
• De achtergrond die u in stap 5 van de bovenstaande procedure opneemt, wordt
niet opgeslagen. Alleen het getrimde onderwerpbeeld wordt opgeslagen.
Comments to this Manuals