46
Foto leerprogramma
2. Druk op [SET] (instellen) en selecteer d.m.v. [8] en [2] de zevende
optie van boven in het controlepaneel (Landschap modus).
3. Selecteer d.m.v. [4] en [6] de gewenste instelling voor de Landschap
modus die u wilt veranderen.
• Beschikbare niveau instellingen zijn “+1” (Zwak) en “+2” (Sterk).
4. Druk op [SET] (instellen) wanneer alles naar wens is.
Hierdoor wordt het geselecteerde effect uitgeoefend.
5. Richt de camera op de natuurscène die u wilt opnemen.
6. Druk op de sluitertoets om op te nemen.
LET OP
• De volgende functies worden gedeactiveerd terwijl de Landschap modus
ingeschakeld is bij de camera:
Doorlopende sluiter (Doorl.), Drievoudige Zelfontspanner, Schmink modus,
Gezichtsdetectie, Belichting, Kleurenfilter, Scherpte, Verzadiging, Contrast
Levendig
Verbetert de kleuren om heldere, levendigere landschapbeelden
te verkrijgen.
Verwijder
damp
Corrigeert voor dampige of mistige en bewolkte omstandigheden
van scènebeelden die er dan uitzien alsof ze op een heldere dag
waren genomen.
Comments to this Manuals