INLEIDING
11
Voorwaarden voor juiste werking
• Deze camera is ontworpen voor gebruik bij temperaturen
tussen 0ºC en 40ºC.
• Gebruik de camera niet en berg hem niet op op de vol-
gende plaatsen.
— Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht.
— Op plaatsen die blootstaan aan hoge vochtigheid of
veel stof.
— In de omgeving van airconditionings, kachels of andere
plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen.
— Binnenin een gesloten voertuig, in het bijzonder wan-
neer deze in de zon geparkeerd staat.
— Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen.
Voorzorgsmaatregelen bij data fout-
lezingen
• Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisie-on-
derdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat
het gevaar op de beschadiging van data in het camera-
geheugen.
— Het verwijderen van de accu terwijl het opnemen van
beelden of het oversturen van data plaatsvindt.
— Het verwijderen van een geheugenkaart terwijl het op-
nemen van beelden plaatsvindt.
— Het verwijderen van de accu, het verwijderen van de
geheugenkaart of het aansluiten van de USB kaart ter-
wijl de groene bedrijfsindicator aan het knipperen is na-
dat u de camera uitgeschakeld heeft.
— Het verbreken van de aansluiting van de USB kabel of
het loskoppelen van de camera van de PC terwijl het
versturen van data plaatsvindt.
— Het gebruik van een zwakke accu.
— Andere abnormale omstandigheden.
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe lei-
den dat een foutlezing op het scherm verschijnt (pagina
139). Volg de aanwijzingen die te vinden zijn bij de melding
om de situatie te corrigeren.
Comments to this Manuals