6-66
8. Invoer- en uitvoertermen van
testen, betrouwbaarheidsinterval en
kansverdelingsfuncties
In dit hoofdstuk worden de invoer- en de uitvoertermen besproken die werken met testen,
betrouwbaarheidsinterval en kansverdelingsfuncties.
k Invoertermen
Data ...................................gegevenstype
(1-Sample Z Test) ...........testvoorwaarde van het gemiddelde van de populatie (“ ≠
0
” staat
voor een test met twee grenzen, “<
0
” voor een test met een
ondergrens, “>
0
” voor een test met een bovengrens.)
1
(2-Sample Z Test) .........testvoorwaarde voor de gemiddelde waarde van de steekproef (“ ≠
2
” staat voor een test met twee grenzen, “<
2
” voor een test met
een ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2,
“>
2
” voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1
groter is dan steekproef 2.)
Prop (1-Prop
Z Test) ..........testvoorwaarde voor de verhouding van de steekproef (“ ≠ p
0
” staat
voor een test met twee grenzen, “<
p
0
” voor een test met een
ondergrens, “> p
0
” voor een test met een bovengrens.)
p
1
(2-Prop Z Test) ..............testvoorwaarde voor de verhouding van de steekproef (“ ≠ p
2
” staat
voor een test met twee grenzen, “< p
2
” voor een test met een
ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2, “> p
2
”
voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1 groter is
dan steekproef 2.)
(1-Sample t Test) ............testvoorwaarde van het gemiddelde van de populatie (“ ≠
0
” staat
voor een test met twee grenzen, “<
0
” voor een test met een
ondergrens, “>
0
” voor een test met een bovengrens.)
1
(2-Sample t Test) ..........testvoorwaarde voor de gemiddelde waarde van de steekproef (“ ≠
2
” staat voor een test met twee grenzen, “<
2
” voor een test met
een ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2,
“>
2
” voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1
groter is dan steekproef 2.)
β
&
ρ
(LinearReg t Test) ....testvoorwaarde voor de
ρ
-waarde (“ ≠ 0” staat voor een test met
twee grenzen, “< 0” voor een test met een ondergrens, “> 0” voor
een test met een bovengrens.)
1
(2-Sample F Test) .........testvoorwaarde voor de standaardafwijking van de populatie (“ ≠
2
”
staat voor een test met twee grenzen, “<
2
” voor een test met een
ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2, “>
2
”
voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1 groter is
dan steekproef 2.)
0
.......................................verondersteld gemiddelde van de populatie
.........................................standaardafwijking van de populatie ( > 0)
1
.......................................standaardafwijking van de populatie van de steekproef 1 (
1
> 0)
2
.......................................standaardafwijking van de populatie van de steekproef 2 (
2
> 0)
List .....................................lijst met de gegevens (List 1 tot 26)
List1 ...................................lijst met de gegevens die u wilt gebruiken voor steekproef 1 (List 1
tot 26)
List 2 ...................................lijst met de gegevens die u wilt gebruiken voor steekproef 2 (List 1
tot 26)
Comments to this Manuals