Casio YA-S10 User Manual Page 21

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 35
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 20
Van start
D-20
(1) Selecteer in het “Beeld vervormen” menu de instelling “Hoekcorrectie” en druk vervolgens op
[ENTER].
z Zoals u kunt zien in de schermafbeeldingen hieronder zullen Projector A en Projector B
ruitpatronen en positietekens projecteren. Het gele ruitpatroon en de gele tekens horen bij
Projector A, en het lichtblauwe ruitpatroon en de lichtblauwe tekens bij Projector B.
z In de linker bovenhoek van het gele ruitpatroon, en iets boven en links van het midden van
het ruitpatroon, verschijnen ook “Vervormingscursors”. Dit geeft aan dat het ruitpatroon van
Projector A op dit moment geselecteerd is en ingesteld kan worden. Voer de vereiste
handelingen uit om het beeld van Projector A correct te vervormen.
(2) Gebruik de [S], [T], [W] en [X] toetsen om de linker
bovenhoek van het ruitpatroon zo te verplaatsen dat deze
overeenkomt met de linker bovenhoek van het
projectiescherm.
z U kunt heen en weer schakelen tussen langzaam en snel
vervormen van het ruitpatroon met behulp van de
[CORRECT] toets. De huidige instelling voor de snelheid
van de cursor wordt aangegeven door de vorm van de
cursor zoals u kunt zien op de afbeelding.
z U kunt het beeld van Projector B heen en weer
schakelen tussen weergeven en verbergen met de
[BLANK] toets.
(3) Druk op de [POSITION] toets wanneer de linker bovenhoek van het beeld van Projector A zich
op de gewenste plek bevindt.
z Hierdoor zullen de vervormingscursors beginnen te knipperen ten teken dat de cursors naar
een andere locatie kunnen worden gebracht.
(4) Gebruik de [X] toets om de knipperende vervormingscursor naar de rechter bovenhoek van
het beeld van Projector A te brengen en druk dan op de [CORRECT] toets.
z Hierdoor zal de cursor stoppen met knipperen ten teken dat u nu de rechter bovenhoek van
het ruitpatroon kunt verplaatsen.
(5) Gebruik de [S], [T], [W] en [X] toetsen om de rechter bovenhoek van het ruitpatroon zo te
verplaatsen dat deze overeenkomt met de rechter bovenhoek van het projectiescherm.
(6) Herhaal de stappen (3) t/m (5) hierboven om de linker en rechter benedenhoeken met elkaar
overeen te laten stemmen.
Opmerking
z De volgende toetsen worden buiten werking gesteld wanneer er een beeld van een signaalbron
wordt geprojecteerd: [S], [T], [W], [X], [CORRECT], [POSITION]. Raadpleeg “Veranderen van het
geprojecteerde beeld bij het vervormen van het beeld ([IMAGE] toets)” (bladzijde D-18) voor
informatie over het selecteren van het geprojecteerde beeld.
(7) Druk op de [A
B] toets nadat het beeld van Projector A op de gewenste manier is aangepast.
z Hierdoor zullen de gele vervormingscursors voor het beeld van Projector A verdwijnen en
worden vervangen door lichtblauwe vervormingscursors voor het beeld van Projector B.
Vervormingscursors
Positietekens
Ruitpatroon Scherm voor projectie
Verplaatsen met
hoge snelheid
Verplaatsen met
lage snelheid
Page view 20
1 ... 20 21 22 ... 35

Comments to this Manuals

No comments