D-30
Aanpassen van de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld
Nadat u het beeld vervormd heeft, kunt u ook de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld
aanpassen. Let op, want deze handeling heeft geen invloed op de beeldverhouding van het van de
signaalbron ontvangen beeld (waardoor bepaald wordt hoe het van de signaalbron ontvangen beeld past
in het projectiegebied), maar op de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld. Voer de procedures
in dit gedeelte uit met de afstandsbediening van de regelkast.
Aanpassen van de beeldverhouding
1. Druk op [CORRECT] om het Beeld vervormen menu te openen.
2. Selecteer in het “Beeld vervormen” menu de instelling
“Beeldverhouding scherm aanpassen” en druk
vervolgens op [ENTER].
z Hierdoor moet er een cirkelvormig instelpatroon worden
weergegeven. Als het instelpatroon niet als een cirkel wordt
weergegeven (als het er meer uitziet als een verticale of
horizontale ovaal), moet u de stappen hieronder uitvoeren om
dit te corrigeren. Wanneer het instelpatroon er uitziet als een
cirkel, moet u twee keer op [ESC] drukken om de
instelprocedure af te sluiten.
3. Selecteer “Toepasselijk scherm” en gebruik vervolgens de [W] en [X] toetsen om de
instellingen te doorlopen en selecteer “Automatisch herkennen”, “16:10”, “16:9” of
“4:3”.
z Selecteer de instelling waarbij het instelpatroon het meest op een cirkel lijkt. Als geen van deze
instellingen een cirkel oplevert, moet u doorgaan met stap 4.
4. Selecteer “Beeldverhouding aanpassen” en gebruik vervolgens de [W] en [X]
toetsen om het instelpatroon aan te passen tot het een cirkel vormt.
5. Wanneer alles naar wens is ingesteld, moet u twee keer op [ESC] drukken om de
instelprocedure af te sluiten.
Comments to this Manuals