Casio WK-7500 Handbook Page 74

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 167
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 73
Gebruiken van de melodiesequencer
D-73
Pagina 2 van het menuscherm heeft een “RecType”
(opnametype) instelling maar deze instelling kan niet
worden gebruikt bij het opnemen van uw spel naar een
systeemspoor.
7.
Speel iets op het keyboard.
De opname start automatisch wanneer u een van de
volgende bewerkingen uitvoert.
Door de opname te starten zal de C-6 (RECORD) toets
van de knipperende naar de brandende toestand
overgaan. Tijdens het opnemen zal de display de
huidige maat (MEASURE) en maatslag (BEAT) tonen
PITCH BEND draairegelaar (S-1) en
pedaalbewerkingen worden ook opgenomen.
Wanneer de opname het punt bereikt waarop er minder
dan 100 noten resterend geheugen is, dan zullen de
huidige maat (MEASURE) en maatslag (BEAT)
waarden beginnen te knipperen.
8.
Druk nogmaals op de L-17 (START/STOP) toets
om de opname te stoppen.
Op dit moment kunt u op de L-17 (START/STOP) toets
drukken om opnieuw weer te geven wat u zojuist
opgenomen heeft. Zie “Weergeven van een
opgenomen melodie” voor details aangaande het
weergeven van de opgenomen inhoud (pagina D-79).
9.
Druk om de mixer melodiesequencer te verlaten
op de C-5 (SONG SEQUENCER) toets of op de
R-15 (EXIT) toets.
1.
Druk op de C-5 (SONG SEQUENCER) toets om
de melodiesequencermodus in te schakelen.
Een asterisk (*) naast een melodiegebiednummer geeft
aan dat er reeds data opgenomen is in dat gebied.
L in de niveaumeter geeft aan dat het systeemspoor
momenteel geselecteerd is terwijl M aangeeft dat een
ander spoor (01 - 16) geselecteerd is. Bij geval M
wordt welk spoor geselecteerd aangegeven door de
positie van een aanwijzer (e).
Een zwart blokje ( ) in de niveaumeter boven een
spoornummer geeft aan dat er reeds data opgenomen
is op dat spoor.
2.
Selecteer d.m.v. de draairegelaar of de R-14
(–, +) toetsen een melodiegebiednummer.
Door een melodiegebied te selecteren dat reeds
opgenomen data bevat worden de voorloopinstellingen
van de melodie onmiddellijk opgeroepen (pagina D-71).
3.
Druk op de C-6 (RECORD) toets.
De toets gaat knipperen en de opnamestandby wordt
ingeschakeld bij het Digitale Keyboard, hetgeen
betekent de opname begint wanneer u iets op het
toetsenbord gaat spelen. Let er tot stap 7 op dat u niet
per ongeluk een klaviertoets aanraakt en onbedoeld de
opname laat beginnen.
Spelen op het keyboard
Drukken op de L-13 (INTRO), L-14 (NORMAL/
FILL-IN) of L-15 (VARIATION/FILL-IN) toets
Druk op de L-17 (START/STOP) toets. Om één of
meerdere rustpauzes in te voeren voor het starten
van de opname, druk op de L-17 (START/STOP)
toets om de opname te starten en start dan het
toetsenbordspel op het gewenste punt.
Opnemen op Sporen 01 - 16
Melodiegebiednummer
Page view 73
1 2 ... 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 ... 166 167

Comments to this Manuals

No comments