Casio WK-7500 Handbook Page 77

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 167
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 76
Gebruiken van de melodiesequencer
D-76
U kunt toegang verkrijgen tot de mixer tijdens de
weergavestandby of de opnamestandby (C-6 (RECORD) toets
knippert) of terwijl de opname plaats aan het vinden is (C-6
(RECORD) toets brandt). Druk op de C-7 (MIXER) toets om het
mixerscherm te tonen. Druk nogmaals op de C-7 (MIXER) toets
of druk op de R-15 (EXIT) toets om terug te gaan naar de
melodiesequencermodusscherm.
De hieronderstaande tabel toont hoe mixerdelen
corresponderen aan de melodiesequencerdelen.
Ondersteunde mixerbewerkingen tijdens de weergave of
de weergavestandby
Alle mixerinstellingen kunnen worden geconfigureerd tijdens de
weergave of de weergavestandby, op voorwaarde van de
volgende voorzorgsmaatregelen.
Als u de mixerinstellingen wilt veranderen tijdens de
weergavestandby, verander ze dan na het selecteren van de
melodie die u wilt weergeven. Als u de mixerinstelling
verandert en daarna de melodieselectie, dan zullen de
voorloopinstellingen van de nieuw geselecteerde melodie
worden opgeroepen en de mixerinstellingen zullen
overeenkomstig daarmee veranderen.
De enige mixerinstellingen die u verandert tijdens de
weergavestandby zijn de instellingen die onderdeel zijn van
de melodievoorloopdata van de op dat moment
geselecteerde melodie. Als de mixerinstellingen halverwege
veranderd waren tijdens het opnemen van de melodie, zullen
de later opgenomen mixerinstellingen prioriteit hebben over
instellingen die u maakte tijdens de weergavestandby.
Ondersteunde mixerbewerkingen tijdens de
opnamestandby
De mixerinstellingen van de hier getoonde onderdelen
(exclusief deel aan/uit) worden ondersteund, afhankelijk van
het spoor waarnaar wordt opgenomen. Instellingen worden
opgenomen naar de voorloopinstellingen (pagina D-71) op
dezelfde manier als waarop instellingen worden opgeslagen
wanneer het opnemen werd gestart.
Ondersteunde mixerbewerkingen tijdens het opnemen
Mixerinstellingen kunnen niet worden geconfigureerd tijdens
het opnemen naar het systeemspoor.
Configureren van mixerinstellingen (behalve voor deel aan/uit)
wordt ondersteund voor een deel (B01 - B16) dat
correspondeert aan een spoor tijdens het opnemen van elk
spoor 01 - 16 dat wordt getoond. Enige verandering in een
mixerinstelling op het mixerscherm wordt opgenomen zodra het
wordt gemaakt.
Zie “Gebruiken van de mixer” (pagina D-36) voor details
aangaande mixerfuncties en bewerkingen.
U kunt delen opnieuw opnemen van een melodie die u eerder
had opgenomen om fouten e.d. er uit te halen. Schakel de
opnamestandbymodus in en geef de eerder opgenomen
melodie (toets-voor-toets weergave) weer en speel dan de
nieuwe noten wanneer de weergave de plaats bereikt van het
deel dat u wilt veranderen.
1.
Druk op de C-5 (SONG SEQUENCER) toets om
de melodiesequencermodus in te schakelen.
2.
Selecteer d.m.v. de draairegelaar of de R-14
(–, +) toetsen een melodiegebiednummer.
3.
Druk op de C-6 (RECORD) toets om de
opnamestandbymodus in te schakelen.
Hierdoor gaat de toets knipperen.
4.
Selecteer d.m.v. de R-17 (u, i) toetsen het
spoor dat u gedeeltelijk opnieuw wilt opnemen.
5.
Houd de C-6 (RECORD) toets ingedrukt totdat
het toets-voor-toets/uitdrukken scherm
hieronder verschijnt.
Mixerinstellingen en de melodiesequencermodus
Mixer Melodiesequencer
Onderdelen A04 - A07, A09 - A16 Systeemspoor
onderdelen B01 - B16 Sporen 01 tot en met 16
Systeemspoor
Sporen 01 tot en
met 16
A05 (UPPER 1), A06 (UPPER 2),
A07 (LOWER), A04 (Automatisch
harmoniseren) onderdelen
Onderdelen
corresponderen aan
elk spoor (B01 - B16)
Heropnemen van een onderdeel
van een melodie (toets-voor-toets
opname)
Starten van heropname vanaf een bepaalde
plaats tijdens de weergave (Handmatige
toets-voor-toets weergave)
Fout
Weergave
Neem dit onderdeel nogmaals
op met toets-voor-toets
opname.
Page view 76
1 2 ... 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 ... 166 167

Comments to this Manuals

No comments