A-17
Appendix
738A-D-121A
3 :
Diepte (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt de diepte van het Wah effect
overeenkomstig het niveau van het
ingangssignaal.
Door een positieve waarde in te stellen gaat het
Wah filter open evenrechtig aan de sterkte van het
ingangssignaal waardoor een helder geluid wordt
verkregen.
Specificeren van een negatieve waarde doet het
Wah filter sluiten overeenkomstig de sterkte van
het invoersignaal dat een donkere toonkwaliteit
produceert. Een sterk invoersignaal doet het Wah
filter opnieuw opengaan zelfs als het gesloten was.
06 : Compressor
■
Functie
Drukt het ingangssignaal ineen waardoor het
effect van onderdrukte niveauvariatie kan
ontstaan hetgeen het mogelijk maakt om
gedempte klanken langer aan te houden.
■
Parameters
0 : Diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de compressie van het geluidssignaal.
1 : Aanslag (Bereik: 0 – 127)
Regelt de mate van aanslag van het ingangssignaal
.
Een kleinere waarde veroorzaakt een
onmiddellijk werking van de compressor die de
aanslag van het ingangssignaal onderdrukt.
Een grotere waarde vertraagt de werking van
de compressor waardoor de aanslag afgegeven
wordt zoals hij is.
2 :
Loslaten (Bereik: 0 – 127)
Regelt de tijd van het punt waar het ingangssignaal
beneden een bepaald niveau daalt tot het punt
waar de werking van de compressor stopt.
Wanneer een aanslaggevoel wenselijk is (geen
compressie bij het inzetten van het geluid), stel dan
deze parameter in op een zo laag mogelijke waarde.
Stel een hoge waarde in om compressie te allen
tijde uit te oefenen.
3 : Niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het uitgangsniveau. Het uitgangsvolume
verandert overeenkomstig de diepte (Depth)
instelling en de karakteristieken van de
ingangstoon. Gebruik deze parameter om
dergelijke veranderingen te corrigeren
.
07 : Begrenzer (Limiter)
■
Functie
Dit is een effector die u kunt gebruiken om de
bovenlimietwaarde in te stellen voor het
niveau van het ingangssignaal.
■
Parameters
0 : Limiet (Bereik: 0 – 127)
Stel het volumeniveau bij waarvan de limiet
toegepast werd.
1 : Aanslag (Bereik: 0 – 127)
Stelt de aanslaghoeveelheid in van het
invoersignaal.
2 : Loslaten (Bereik: 0 – 127)
Stelt de tijd bij vanaf waar het ingangssignaal
beneden een bepaald niveau daalt totdat de
limietwerking stopt.
3 : Niveau (Bereik: 0 – 127)
Stelt het niveau bij dat afgegeven wordt. Het
uitgangsvolume verandert overeenkomstig de
limiet (Limit) instelling en de karakteristieken
van de ingangstoon. Gebruik deze parameter
om dergelijke veranderingen te corrigeren.
08 : Vervorming (Distortion)
■
Functie
Dit effect voorziet in vervorming (Distortion)
+ Versterkingsnabootsing (AmpSimulator).
■
Parameters
0 : Versterking (Bereik: 0 – 127)
Regelt de ingangsversterking.
1 : Laagbereik (Bereik: 0 – 127)
Regelt de laagband versterking.
De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
2 : Hoogbereik (Bereik: 0 – 127)
Regelt de hoogband versterking.
De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
3 : Niveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het uitgangsniveau.
09 : Stereofase (Stereo Phaser)
■
Functie
Dit is een stereo faser die de fase moduleert
overeenkomstig een sinusgolf LFO.
■
Parameters
0 : Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
1 : Handbediening (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt het faseverschuivingsvolume dat als
referentie gebruikt wordt.
2 : Snelheid (Bereik 0 – 127)
Stelt de snelheid bij van de LFO.
3 : Diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de diepte van de LFO.
4 : Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het volumeniveau van het effect.
10 : Fase (Phaser)
■
Functie
Dit is een mono faser die de fase moduleert
overeenkomstig een sinusgolf LFO.
■
Parameters
0 : Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt de resonantie van het geluid.
1 : Handbediening (Bereik: –64 tot 0 tot +63)
Regelt het faseverschuivingsvolume dat als
referentie gebruikt wordt.
2 : Snelheid (Bereik 0 – 127)
Stelt de snelheid bij van de LFO.
3 : Diepte (Bereik: 0 – 127)
Regelt de diepte van de LFO.
4 : Natniveau (Bereik: 0 – 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
WK3200_d_A-16-25.p65 05.4.14, 4:41 PM17
Comments to this Manuals