D-62
Melodiegeheugenfunctie
Bewerken van de geheugeninhoud
Na opnemen naar het keyboardgeheugen kunt u nog steeds
afzonderlijke noten en parameterinstellingen (zoals
bijvoorbeeld toonnummer) oproepen en naar wens
veranderingen aanbrengen. Dit betekent dat u verkeerd
gespeelde noten kunt corrigeren, tooninstellingen kunt
veranderen, enz.
De volgende types data kunnen worden bewerkt.
• Nootintensiteit
• Noten
• Akkoorden
• Toonnummers
• Ritmenummer
• Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT
toets.
Bewerken van de geheugeninhoud
1
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de
stapopname standbyfunctie in te schakelen en
gebruik vervolgens de [+] en [–] toetsen om een
melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
2
Stel m.b.v. de SONG MEMORY TRACK toetsen het
reeds opgenomen spoor in dat u wilt bewerken.
3
Druk op de [왗] CURSOR toets om de
bewerkingsfunctie in te schakelen.
• De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP
indicator gaat knipperen.
738A-D-064A
Knippert
Ste
p
Rec
4
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om naar
de locatie op het spoor te gaan waar de noot of de
parameter zich bevindt die u wilt veranderen.
Voorbeeld van nootbewerking
5
Breng gewenste veranderingen aan in de waarde.
• De procedures die u in feite gebruikt voor het
veranderen van een parameter hangen af van het type
data dat deze bevat. Zie “Bewerkingstechnieken en
display-inhoud” op pagina D-63 voor details.
6
Herhaal de stappen 4 en 5 om andere parameters
te bewerken.
7
Druk op de START/STOP toets om het bewerken te
stoppen wanneer u klaar bent.
OPMERKING
• De enige parameters die kunnen worden bewerkt bij de
sporen 2 tot en met 6 zijn noten en toonnummers.
• Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de
Sporen 1 – 6 aan de gang was.
• U kunt enkel de toonnummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en
met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname.
• Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor
1 aan de gang was.
• U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v.
stap-voor-stap opname.
• De bewerkingsprocedure kan niet worden gebruikt om
meer data toe te voegen aan de opname.
• Gedeelten van een opname kunnen niet naar een
andere plaats worden overgebracht binnen een opname.
• De nootlengte kan niet worden veranderd.
No t e C4
ToonhoogteSnelheid
WK3200_d_53-64.p65 05.4.14, 4:40 PM62
Comments to this Manuals