Casio WK-3200 Handbook Page 30

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 132
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 29
D-28
Toepassen van effecten op tonen
Instellen van een DSP type
Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes
bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in
het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes
tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook
het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is
waarbij DSP mogelijk is. Dit betekent dat u altijd toegang
heeft tot het DSP type van gavanceerde tonen en tonen die u
kunt downloaden van het Internet. Om het DSP type van de
laatst gebruikte toon waarbij DSP ingeschakeld is te
selecteren, dient u ton in stap 3 van de onderstaande
procedure te selecteren.
Voer de volgende stappen uit om een DSP type te selecteren.
VOORBEREIDINGEN
Bij gebruik van een DSP effect dient u de mixer te
gebruiken om te bevestigen dat de DSP lijnen van de
vereiste onderdelen ingeschakeld is. Zie Mixerfunctie
op pagina D-40 voor meer informatie.
1
Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer naast
EFFECT in de display verschijnt.
2
Druk op de [] CURSOR toets.
Het DSP type instelscherm (stap 3) verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.
3
Selecteer het gewenste type DSP m.b.v. de [+] en
[] toetsen of de cijfertoetsen.
Zie de Effectenlijst op pagina A-14 voor informatie
aangaande de DSP types die kunnen worden
geselecteerd.
Hier kunt u ook de parameters veranderen van de
effecten die u selecteerde, indien u dit wenst. Zie
Veranderen van de instellingen van de DSP
parameters voor meer informatie.
OPMERKING
Het DSP type displaygebied toont het DSP nummer (000
tot en met 199) of ton (gebruikerstoon gecreëerd m.b.v.
DSP).
Veranderen van de instellingen van
de DSP parameters
U kunt de relatieve sterkte van een DSP en hoe deze wordt
toegepast regelen. Zie de volgende paragraaf getiteld DSP
parameters voor meer informatie.
1
Gebruik na het selecteren van het gewenste DSP
type de [] and [] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
Hierdoor verschijnt het parameterinstelscherm.
2
Maak de gewenste parameterinstelling m.b.v. de
[+] en [] toetsen of de cijfertoetsen.
Door de [+] en [] toetsen tegelijkertijd in te drukken
wordt de oorspronkelijke instelling van de parameter
opnieuw verkregen.
3
Druk op de EFFECT of EXIT toets.
Hierdoor wordt het toon of ritme instelscherm
verlaten.
DSP parameters
Het volgende beschrijft de parameters voor elke DSP.
DSP
Parameter 0 tot en met 7
Deze parameters verschillen afhankelijk van het
algoritme* van het geselecteerde DSP type. Zie de
Effectenlijst op pagina A-14 en de DSP algoritmelijst
op pagina A-16 voor meer informatie.
* Effectorstructuur en bedieningstype.
DSP nagalmzenden (DSP Reverb Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar nagalm
dient te worden gezonden.
DSP zwevingszenden (DSP Chorus Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar
zweving dient te worden gezonden.
738A-D-030A
CURSOREFFECT
Number buttons
[+]
/
[]
EXIT
Cijfertoetsen
WK3200_d_22-31.p65 05.4.14, 4:38 PM28
Page view 29
1 ... 29 30 31 ... 132

Comments to this Manuals

No comments