124
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
BELANGRIJK!
• Onder bepaalde omstandigheden kan een hoge
sluitersnelheid in combinatie met een hoge ISO
gevoeligheid leiden tot digitale ruis (korreligheid)
waardoor het beeld er grof uitziet. Voor het maken
van mooie beelden van goede kwaliteit kunt u het
beste de laagst mogelijke ISO gevoeligheidsinstelling
gebruiken.
• Het gebruik van een hoge ISO gevoeligheid in
combinatie met de flitser kan er bij het opnemen van
een onderwerp dichtbij toe leiden dat het onderwerp
onjuist belicht wordt.
• Voor de ISO gevoeligheid wordt de “Auto”
(automatisch) instelling altijd gebruikt voor het filmen
van een film, ongeacht de huidige instelling van de
ISO gevoeligheid.
LET OP
• U kunt de toetsaanpassingsfunctie (pagina 120)
gebruiken om de camera zodanig te configureren dat
de instelling voor de ISO gevoeligheid verandert
telkens wanneer u tijdens een opnamefunctie (REC)
op [왗] of [왘] drukt.
Selecteren van de meetfunctie
De meetfunctie bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
gemeten wordt voor de belichting. U kunt de volgende
procedure gebruiken om de meetfunctie van de camera te
veranderen.
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de “Quality” (kwaliteit) tab,
selecteer “Metering” (meten) en druk op [왘].
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v. [왖] en
[왔] en druk daarna op [SET].
Comments to this Manuals