81
OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
LET OP
• De camera schakelt automatisch over naar het
bereik van de macrofunctie (pagina 83) wanneer het
niet mogelijk is goed scherp te stellen omdat het
onderwerp zich dichter bij bevindt dan mag voor het
autofocusbereik (automatische scherpstelling).
• Telkens bij het bedienen van de optische zoom
(pagina 65) terwijl u met de autofocus aan het
opnemen bent, verschijnt een waarde op het
beeldscherm zoals hieronder aangegeven om u het
scherpstelbereik mede te delen.
Voorbeeld: AF 앪앪 cm – ∞
* 앪앪 wordt vervangen door de feitelijke
scherpstelbereikwaarde.
■ Snelsluiter
Wanneer de snelsluiterfunctie ingeschakeld is, begint de
camera onmiddellijk op te nemen zonder te wachten totdat
autofocus gaat werken als u de sluitertoets volledig indrukt.
Dit maakt het mogelijk voor u die speciale momenten op te
nemen zonder dat u hoeft te wachten voor automatisch
scherpstellen (Auto Focus).
1.
Druk tijdens een opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer “Quick Shutter”(snelsluiter) van de
“REC” (opname) tab en druk vervolgens op
[왘].
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v. [왖] en
[왔] en druk vervolgens op [SET].
Om dit te doen:
Schakel de snelsluiter in
Schakel de snelsluiter uit
Selecteer deze instelling
:
On (aan)
Off (uit)
Comments to this Manuals