130
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Stel de mate van verzadiging van de kleuren in beeld in d.m.v.
de volgende procedure.
1. Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2. Selecteer bij de “Quality” (kwaliteit) indextab
“Saturation” (kleurverzadiging) en druk
vervolgens op [X].
3. Selecteer m.b.v. [S] en [T] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (meest verzadigd)
tot en met –2 (minst verzadigd) specificeren voor de
kleurverzadiging.
i
Stel het contrast van uw beelden in d.m.v. de volgende
procedure.
1. Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2. Selecteer bij de “Quality” (kwaliteit) indextab
“Contrast” (beeldcontrast) en druk vervolgens
op [X].
3. Selecteer m.b.v. [S] en [T] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (grootste contrast
tussen licht en donker) tot en met –2 (kleinste contrast
tussen licht en donker) specificeren voor het contrast.
Instellen van de kleurverzadiging Instellen van het beeldcontrast
Comments to this Manuals