67
OPNEMEN VAN EEN FOTO
■ Gebruiken van de snelsluiter
Door de sluitertoets geheel in te drukken zonder halverwege te
wachten wordt het beeld opgenomen m.b.v. de snelsluiter
(pagina 118). Met de snelsluiter kunt u onmiddellijk een opname
maken zodat u die speciale momenten niet mist terwijl u aan het
wachten bent op de autofocusfunctie.
• De snelsluiter snelt veel sneller scherp dan de
autofocusfunctie. Dit is handig wanneer u een snel bewegend
onderwerp wilt opnemen. Dit neemt ook uw zorgen weg op
mislukte foto’s wanneer u iemand vraagt om een beeld op te
nemen en die persoon de sluiter geheel indrukt zonder te
wachten op de autofocusfunctie.
• De snelsluiter is ingeschakeld als de defaultinstelling die
oorspronkelijke in de fabriek gemaakt is. Als u de tijd wilt
nemen om heel precies scherp te stellen, schakel dan de
snelsluiter uit.
Specificeren van de beeldgrootte
Een beeld van een digitale camera is een verzameling van
kleine punten (beeldpunten).
De grootte van een beeld geeft aan hoeveel beeldpunten het
beeld bevat en wordt uitgedrukt als horizontale × verticale
beeldpunten. De defaultbeeldgrootte die oorspronkelijke in de
fabriek ingesteld was, is 7M (3072 × 2304 beeldpunten). Merk
dat een groter beeld meer geheugen in beslag neemt.
• Zie pagina 284 voor informatie betreffende de beeldgrootte,
de beeldkwaliteit en het aantal beelden dat opgeslagen kan
worden.
Deze instelling is enkel van toepassing op foto’s.
• Zie pagina 89 voor informatie betreffende de filmbeeldgrootte.
1. Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2. Selecteer bij de “Quality” (kwaliteit) indextab
“Size” (beeldgrootte) en druk vervolgens op
[X].
3. Selecteer d.m.v. [S] en [T] de beeldgrootte en
druk daarna op [SET] (instellen).
C
Comments to this Manuals