5-2
3(TYPE) 1(Y=) ... cartesische coördinaten (Y=
f(x) type)
2(r=) ... poolcoördinaten
3(Parm) ... voorschrift waarin x en y van een parameter afhangen
4(X=) ... cartesische coördinaten(X=f(y) type)
5(CONV)1('Y=) tot 5('Y≤)
6(g)1('X=) tot 5('X≤) ... verandert het functietype
6(g)1(Y>) tot 4(Y≤) .... Y ongelijkheid aan de linkerkant
6(g)6(g)1(X>) tot 4(X≤) .... X ongelijkheid aan de linkerkant
Herhaal deze stap om het gewenste aantal voorschriften in te voeren.
Daarna moet u opgeven van welk voorschrift in het geheugen u de grafiek wilt tekenen
(zie pagina 5-7). Als u hier geen specifieke voorschriften selecteert, worden de grafieken
getekend van alle voorschriften die momenteel in het geheugen zijn opgeslagen.
3. Teken de grafiek.
• U kunt het functiemenu gebruiken dat verschijnt als u op 4(STYL) drukt in stap 2 van
de bovenstaande procedure, om een van de volgende lijnstijlen voor elke grafiek te
selecteren.
1(
) … Normal (standaardinstelling)
2(
) … Thick (twee keer de normale lijndikte)
3(
) … Broken (dikke onderbroken lijn)
4(
) … Dot (stippellijn)
• Als u gelijktijdig meerdere ongelijkheden tekent, kunt u de “Ineq Type”-instelling in het
configuratiescherm gebruiken ( !m(SET UP)) om één van de twee vulbereiken aan te
geven.
1(AND) ... Vult alleen gebieden waarin aan de
condities van alle getekende ongelijkheden
is voldaan.
Dit is de eerste standaardinstelling.
2(OR) … Vult alle gebieden waarin aan de condities
van de getekende ongelijkheden is
voldaan.
Voorbeeld 1 Voer de onderstaande voorschriften in en teken de bijbehorende
grafieken. Y1 = 2
x
2
– 3, r 2 = 3sin2
θ
1 m GRAPH
2 3(TYPE) 1(Y=) cvx-dw
3(TYPE) 2(
r =) dscvw
3 6(DRAW)
Comments to this Manuals