9-11
u Spreadsheetgegevens knippen en plakken
1. Selecteer de cel(len) die u wilt knippen.
• Zie “Cellen selecteren” (pagina 9-4) voor meer informatie.
2 Druk op 2(EDIT) 1(CUT).
• Zo wordt standby voor het plakken van de geselecteerde gegevens ingeschakeld, wat
wordt aangeduid doordat het menu-item 1 verandert in (PASTE).
• U kunt altijd standby voor plakken verlaten door op J te drukken voordat u stap 4
uitvoert.
3. Verplaats met behulp van de cursortoetsen de celcursor naar de locatie waar u de
gegevens wilt plakken.
• Als u in stap 1 een celbereik hebt geselecteerd, wordt de cel die u met de celcursor
selecteert, de linkerbovencel van het geplakte bereik.
• Als de locatie die u selecteert ligt binnen het bereik dat u knipt, zal het uitvoeren van
onderstaande stap ertoe leiden dat de bestaande gegevens worden overschreven door de
geplakte gegevens.
4. Druk op 1(PASTE).
• De gegevens uit de cel(len) die u in stap 1 hebt geselecteerd worden geplakt op de locatie
die u in stap 3 hebt geselecteerd.
• Het plakken van geknipte gegevens maakt dat alle formules in de spreadsheet opnieuw
worden berekend, ongeacht of Auto Calc is ingeschakeld of niet (pagina 9-3).
k Dezelfde formule invoeren in een bereik van cellen
Gebruik het commando Fill als u dezelfde formule wilt invoeren in een opgegeven bereik
van cellen. Voor kopiëren en plakken gelden dezelfde regels voor relatieve en absolute
celnaamverwijzingen.
Wanneer u bijvoorbeeld dezelfde formule moet invoeren in de cellen B1, B2 en B3, kunt u
dat met het commando Fill doen door de formule één keer in te voeren, in cel B1. NB. het
volgende over hoe het commando Fill in dit geval met de celnaamverwijzingen omgaat.
Wanneer er in cel B1 dit staat:
Doet het commando Fill dit:
=A1 × 2
A B
1
=A1 × 2
2
=A2 × 2
3
=A3 × 2
* NB. in werkelijkheid
laten B1, B2 en B3 de
berekeningsresultaten zien
en niet de formule’s, zoals
u hier kunt zien.
=$A$2 × 2
A B
1
=$A$2 × 2
2
=$A$2 × 2
3
=$A$2 × 2
Comments to this Manuals