5-16
4 !3(V-WIN) -fwfwcwc
-bawbawfwJ
5 3(TYPE) 1(Y=) cvx+dv-ew
6(DRAW)
6 !j(PASTE)
• Plakken wordt alleen ondersteund wanneer de optie “Dual Screen” in het configuratiescherm
is ingesteld op “Off”.
• Het aantal grafieken dat u kunt tekenen door een voorschrift te plakken is in principe
onbeperkt. De functie Trace en andere functies kunt toepassen op in totaal 30 grafieken
(aantal getekende grafieken met voorschrift 1 tot 20, plus grafieken die getekend worden
door voorschriften te plakken).
• Voor de grafiek van een geplakt voorschrift wordt het functievoorschrift dat verschijnt
wanneer u de functie Trace of andere functies uitvoert, als volgt weergegeven: Y=
uitdrukking.
• Als u opnieuw een grafiek tekent zonder het grafisch scherm leeg te maken, worden alle
grafieken opnieuw getekend, ook die welke gemaakt zijn door voorschriften te plakken.
7. Tabellen gebruiken
Kies de modus TABLE door het pictogram TABLE aan te klikken in het hoofdmenu.
k Opslaan en maken van een tabel
u Een voorschrift opslaan
Voorbeeld Sla het voorschrift y = 3 x
2
– 2 op in de geheugenzone Y1
Gebruik f en c om de lijst met tabelvoorschriften te verplaatsen naar de geheugenzone
waar u het voorschrift wilt opslaan. Voer daarna het voorschrift in en druk op w om dit op te
slaan.
u Definitie van het argument
Om waarden toe te kennen aan het argument (= de variabele x ) en er dan tabellen mee te
maken zijn er twee mogelijkheden:
• Het interval en de toename van het argument definiëren
Hiermee legt u interval en toename van het argument vast.
• Lijst (Xlist, Ylist)
Hiermee kent u aan het argument
x de waarden van een lijst toe die opgeslagen was in
een lijstgeheugen.
Comments to this Manuals