5-11
• Er zijn 20 grafiekgeheugens: G-Mem1 tot G-Mem20.
• Door een menu met voorschriften van grafieken op te slaan in een grafiekgeheugen,
worden alle gegevens die reeds in het aangesproken geheugen vastlagen, overschreven.
• Als de gegevens die u wilt opslaan in een grafisch geheugen meer geheugencapaciteit
vergen dan beschikbaar is, dan verschijnt er een foutmelding.
u Een menu met voorschriften van grafieken oproepen
1. Druk op 5(GMEM) 2(RCL) om het pop-up-venster te openen.
2. Druk op een cijfertoets om op te geven uit welk geheugen met voorschriften van grafieken u
het voorschrift wilt oproepen. Druk daarna op w. Druk op bw om het functievoorschrift
op te roepen uit het eerste geheugen met voorschriften van grafieken (G-Mem1).
• Als u een menu met voorschriften van grafieken oproept, worden de huidige gegevens in
de lijst met functievoorschriften gewist.
4. Een grafiek in het afbeeldingsgeheugen
opslaan
U kunt tot 20 grafische voorstellingen opslaan in de grafiekgeheugens en zo’n grafische
voorstelling later opnieuw oproepen. U kunt ook boven op een grafiek die reeds op het scherm
staat, zo’n opgeslagen grafische voorstelling tekenen.
u Een grafische voorstelling opslaan in het grafiekgeheugen
1. Druk na het tekenen van de grafieken in de modus GRAPH op K1(PICT) 1(STO) om
het pop-up-venster te openen.
2. Druk op een cijfertoets om op te geven in welk grafiekgeheugen u de grafische voorstelling
wilt opslaan. Druk daarna op w. Druk op bw om de grafische voorstelling op te slaan
in het eerste grafiekgeheugen (Pict 1).
• Er zijn 20 grafiekgeheugens: Pict 1 tot Pict 20.
• Slaat u de gegevens van een grafische voorstelling op in een grafiekgeheugen waarin
reeds een grafische voorstelling werd opgeslagen, dan zal de reeds opgeslagen grafische
voorstelling overschreven worden.
• Een grafische voorstelling op een uitgesplitst scherm kan niet opgeslagen worden in het
grafiekgeheugen.
u Een grafische voorstelling opnieuw oproepen
1. Druk na het tekenen van de grafieken in de modus GRAPH op K1(PICT) 2(RCL) om
het pop-up-venster te openen.
2. Druk op een cijfertoets om op te geven uit welk grafiekgeheugen u de grafische voorstelling
wilt oproepen. Druk daarna op w. Druk op bw om de grafische voorstelling op te
roepen uit het eerste grafiekgeheugen (Pict 1).
• Als u de inhoud van het grafiekgeheugen oproept, wordt de momenteel weergegeven
grafiek overschreven.
• Met de functie Sketch Cls (pagina 5-29) kunt u een grafiek wissen die uit het
afbeeldingsgeheugen is opgeroepen.
Comments to this Manuals