2-41
u Bewerking met kolommen
• { DEL } ... {om een kolom te wissen}
• { INS } ... {om een kolom in te voegen}
• { ADD } ... {om een kolom toe te voegen}
u Een kolom wissen
Voorbeeld Kolom 2 wissen
3(COL) e
1(DEL)
k Een matrix bewerken met matrixcommando’s [OPTN] - [MAT]
u Matrixcommando’s oproepen
1. Kies in het hoofdmenu de modus RUN • MAT .
2. Druk vervolgens op K om het optiemenu weer te geven.
3. Druk nu op 2(MAT) om het menu met matrixcommando’s te openen.
In deze paragraaf worden enkel die matrixcommando’s behandeld die dienen om een matrix
op te maken, om de gegevens van een matrix op te slaan en om de elementen van een matrix
te bewerken.
• { Mat } ... {Mat-commando (om een matrix op te maken)}
• { M → L } ... {Mat → List-commando (om een matrixkolom weg te schrijven in een lijst)}
• { Aug } ... {Augment-commando (om twee matrices aaneen te koppelen)}
• { Iden } ... {Identity-commando (om een eenheidsmatrix op te maken)}
• { Dim } ... {Dim-commando (om de dimensies van een matrix te controleren)}
• { Fill } ... {Fill-commando (aan alle elementen van een matrix dezelfde waarde toekennen)}
• U kunt ook !c(Mat) gebruiken in plaats van K2(MAT) 1(Mat).
u Gegevens invoeren in een matrix met het Mat-commando [OPTN] - [MAT] - [Mat]
Als u het Mat-commando gebruikt om gegevens in te voeren in een matrix die u aan het
maken bent, dan dient u te weten dat het toestel voor deze invoer het formaat verwacht dat
hierna volgt.
= [ [a
11
, a
12
, ..., a
1
n
] [a
21
, a
22
, ..., a
2
n
] .... [a
m
1
, a
m
2
, ..., a
mn
] ]
→ Mat [letter van A tot Z]
a
11
a
12
...
a
1n
a
21
a
22
...
a
2n
a
m1
a
m2
...
a
mn
...
...
...
a
11
a
12
...
a
1n
a
21
a
22
...
a
2n
a
m1
a
m2
...
a
mn
...
...
...
Comments to this Manuals