Casio FX-7400GII User Manual Page 153

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 483
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 152
6-2
1. Andere karakteristieken van de grafiek [GRPH]-[SET]
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de algemene karakteristieken van elke grafiek
(GPH1, GPH2, GPH3) vastlegt.
• Grafiektype
De standaard ingestelde karakteristiek voor alle grafieken is een spreidingsdiagram. U kunt
een van de vele andere grafiektypes voor elke grafiek kiezen.
• List
Het toestel is standaard zo ingesteld dat List 1 wordt gebruikt bij statistische berekeningen met
één variabele, en dat voor statistische berekeningen met twee variabelen naar List 1 en List 2
wordt gekeken. Maar elke lijst kan gebruikt worden om waarnemingsgetallen op te slaan en
u kunt dan zelf ook opgeven in welke lijst de waarnemingsgetallen
x en y moeten gesitueerd
worden.
• Frequentie (Frequency)
Met deze instelling geeft u een lijst op die frequentiegegevens bevat.
In de statistiek betekent “frequency” het aantal keren dat een gegevensitem (of een set
gegevensitems) voorkomt. Frequenties worden gebruikt in “frequentiedistributietabellen”
die elk uniek gegevensitem vermelden in één kolom, met de frequentie (aantal exemplaren)
in de kolom aan de rechterkant. Op deze rekenmachine zijn de gegevenskolom en de
frequentiekolom afzonderlijke lijsten. Deze instelling geeft aan welke lijst (List 1, List 2,
enzovoort) moet worden gebruikt voor de frequentiekolom bij het tekenen van een statistische
grafiek.
Voor een grafiek van een lineaire regressie ten opzichte van de mediaan (pagina 6-13), voert
u alleen positieve gehele getallen voor frequentiewaarden in. Als u een andere getalwaarde
(breuk, enz.) invoert, verschijnt een foutmelding.
Belangrijk! (alleen fx-9860GII SD/fx-9860GII/fx-9860G AU PLUS)
De waarden in een frequentielijst kunnen alleen 0 of een positieve waarde zijn. Zelfs één
negatieve waarde zal al een fout geven.
Statistische gegevens met een frequentie van 0 worden niet gebruikt voor de berekening van
minimum- en maximumwaarden.
Vorm van de getekende punten
Hiermee kunt u het teken waarmee een punt wordt aangeduid, veranderen.
u Het scherm met de karakteristieken van de grafiek oproepen [GRPH]-[SET]
Druk op 1(GRPH) 6(SET) om het scherm voor het
instellen van de grafiekkarakteristieken op te roepen.
StatGraph (de grafiekkarakteristieken toekennen aan één van de grafieken)
• { GPH1 } / { GPH2 } / { GPH3 } ... grafiek {1}/{2}/{3}
• Graph Type (het grafiektype instellen)
• { Scat } / {
xy } / { NPP } / { Pie } ... {spreidingsdiagram met discrete punten}/{spreidingsdiagram met
verbonden punten
xy }/{normale kansverdelingsgrafiek}/{taartgrafiek}
Page view 152
1 ... 152 153 154 ... 483

Comments to this Manuals

No comments