Casio FX-7400GII User Manual Page 295

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 483
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 294
9-21
Bij de volgende stap worden gegevens die momenteel zijn opgeslagen onder het
lijstgeheugennummer dat u hier hebt opgegeven overschreven met de gegevens in het
celbereik opgegeven in “CellRange”.
5. Druk op 6(EXE) of w om de gegevens op te slaan.
k Gegevens uit het geheugen oproepen in een spreadsheet
De volgende tabel geeft een overzicht van de oproepbewerkingen voor elk geheugentype.
Meer details over elke bewerking vindt u in de voorbeelden onder de tabel.
Geheugentype Oproepbewerking
Lijstgeheugen
(Lijst 1 ~ Lijst 26)
U kunt gegevens vanuit een bepaald lijstgeheugen oproepen naar
een celbereik in een rij of kolom. Selecteer de eerste cel van het
bereik in een rij of kolom, druk op 6( g) 4(RCL) 1(LIST) en
geef het lijstnummer in op het scherm dat verschijnt.
De instelling “Move” van het instelscherm bepaalt of de gegevens
worden opgroepen in een kolomrichting of rijrichting (pagina 1-30).
Bestandsgeheugen
(Bestand 1 ~
Bestand 6)
U kunt gegevens vanuit een bepaald bestandsgeheugen
oproepen in de spreadsheet. Selecteer de cel voor de
linker bovenhoek van de opgeroepen gegevens en druk
vervolgens op 6( g) 4(RCL) 2(FILE). Geef vervolgens het
bestandsgeheugennummer in op het scherm dat verschijnt.
Matrixgeheugen
(Mat A ~ Mat Z)
U kunt gegevens vanuit een bepaald matrixgeheugen
oproepen in de spreadsheet. Selecteer de cel voor de linker
bovenhoek van de opgeroepen gegevens en druk vervolgens op
6( g) 4(RCL) 3(MAT). Geef vervolgens de matrixnaam in op
het scherm dat verschijnt.
Vectorgeheugen
(Vct A ~ Vct Z)
U kunt gegevens van een opgegeven vectorgeheugen oproepen
naar een reeks cellen in één rij of één kolom. Terwijl de eerste cel
van het bereik in één rij of één kolom is geselecteerd, drukt u op
6(g)4(RCL)4(VCT) en voert u vervolgens de vectornaam in
op het scherm dat verschijnt.
u Voorbeeld: Gegevens vanuit een matrixgeheugen oproepen in een
spreadsheet
1. Selecteer in de spreadsheet de linkerbovencel van het bereik waar u de opgeroepen
gegevens wilt invoeren.
2. Druk op 6( g) 4(RCL) 3(MAT).
Er verschijnt een scherm zoals rechts weergegeven.
In het veld “1st Cell” ziet u de naam van de cel die u
geselecteerd hebt in stap 1.
3. Voer de naam (A tot Z) in van het matrixgeheugen waarvan u de gegevens wilt oproepen,
en druk daarna op w.
4. Druk op 6(EXE) of w om de gegevens op te roepen.
Belangrijk!
Als u gegevens oproept uit een lijstgeheugen, bestandsgeheugen, matrixgeheugen of
vectorgeheugen, verschijnt een foutmelding als de opgeroepen gegevens buiten het
toegestane celbereik van de spreadsheet liggen (A1:Z999).
Page view 294
1 ... 294 295 296 ... 483

Comments to this Manuals

No comments